Welkom terug, zoek je nieuwe plek en ga rustig zitten!
1 / 51
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Welkom terug, zoek je nieuwe plek en ga rustig zitten!
Slide 1 - Slide
Romeinse cijfers
I
V
X
L
C
D
M
1
5
10
50
100
500
1000
Maak met behulp van de uitleg op pagina 13 de volgende opdrachten:
Schrijf je geboortejaar in Romeinse cijfers.
Hoe oud ben ik? Ik ben geboren in MCMLXXXII
Schrijf in Romeinse cijfers:
a. 754
b. 2019
4. Welke getallen staan hier?
a. MDCCXLIX
b. CIV
Slide 2 - Slide
Opdracht 3.1
Opdracht 3.1
Latijn Betekenis Nederlands woord
aqua
locus
gladius
medicus
Slide 3 - Slide
Opdracht 3.1
Opdracht 3.1
Latijn Betekenis Nederlands woord
carcer
docere
atrium
ego
Slide 4 - Slide
Opdracht 3.1
Opdracht 3.1
Latijn Betekenis Nederlands woord
castellum
Caesar
Slide 5 - Slide
Aan de slag met echt Latijn!
p. 11: opdracht 4.1 en 4.2
Klaar? Opdracht 5.4 (p. 14)
Slide 6 - Slide
Herhaling Romeinse cijfers
Maak opdracht 5.1 tm 5.4 (pagina 13-14)
Slide 7 - Slide
Latijnse tekst
Maar daarvoor moeten we éérst Nederlands kunnen ontleden....
Slide 8 - Slide
Woordsoorten
zelfstandig naamwoord
werkwoord
Avus dormit: Grootvader slaapt.
Slide 9 - Slide
Woordsoorten
zelfstandig naamwoord: mens, dier, ding
werkwoord: handeling die gedaan wordt
Avus dormit: Grootvader slaapt.
Slide 10 - Slide
Grammaticale functies
Voor nu onderscheiden we in een zin:
de persoonsvorm (de handeling die verricht wordt)
het onderwerp (degene die de handeling doet)
Slide 11 - Slide
Grammatica
Avus dormit - Grootvader slaapt
Persoonsvorm: dormit
Onderwerp: avus
Slide 12 - Slide
Grammatica
Avus patrem salutat - Grootvader groet vader
Naast onderwerp is er nog een persoon in deze zin. Grootvader groet... is immers niet af!
Slide 13 - Slide
Grammatica
Avus patrem salutat - Grootvader groet vader
Naast onderwerp is er nog een persoon in deze zin: patrem is het lijdend voorwerp.
Slide 14 - Slide
Grammatica
Het verschil in functies drukt Latijn uit met naamvallen: verschillende vormen van het woord.
Slide 15 - Slide
Grammatica
Het verschil in functies drukt Latijn uit met naamvallen: verschillende vormen van het woord.
naamval
functie
nominativus
onderwerp
accusativus
lijdend voorwerp
Slide 16 - Slide
Grammatica
Het verschil in functies drukt Latijn uit met naamvallen: verschillende vormen van het woord.
naamval
functie
nominativus
onderwerp
accusativus
lijdend voorwerp
Zie ook pagina 71 van je boekje!
Slide 17 - Slide
Grammatica
nominativus
accusativus
Iorix
(Ioricem)
Germanus
(Germanum)
Romanus
(Romanum)
soror
sororem
(pater)
patrem
mater
matrem
Voorbeelden van nominativus en accusativus in tekst 4:
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Nederlandse grammatica
Vandaag redende treinen op tijd
Persoonsvorm: reden
Onderwerp: de treinen
Slide 20 - Slide
Nederlandse grammatica
De vader van Johan poetst de badkamer met een emmer.
Persoonsvorm: poetst
Onderwerp: de vader (van Johan)
Slide 21 - Slide
Nederlandse grammatica
Nu jullie!
Slide 22 - Slide
Wat is de persoonsvorm in deze zin: Marijke loopt naar school.
Slide 23 - Open question
Wat is de persoonsvorm in deze zin: De dokter onderzoekt de patiënt.
Slide 24 - Open question
Wat is het onderwerp in deze zin: Maarten maakt zijn huiswerk.
Slide 25 - Open question
Wat is het onderwerp in deze zin: Volgende week gaan de buren op vakantie.
Slide 26 - Open question
Een stapje verder: lijdend voorwerp
Voor nu onderscheiden we in een zin:
de persoonsvorm (de handeling die verricht wordt)
het onderwerp (degene die de handeling doet)
lijdend voorwerp (degene die de handeling ondergaat)
Slide 27 - Slide
Een stapje verder: lijdend voorwerp
Voorbeeldzin: Michael maakt een tekening
de persoonsvorm: maakt
het onderwerp: Michael
lijdend voorwerp: een tekening
Het lijdend voorwerp geeft antwoord op de vraag: wat maakt Michael?
Slide 28 - Slide
Een stapje verder: lijdend voorwerp
Voorbeeldzin: Michael maakt een tekening
de persoonsvorm: maakt
het onderwerp: Michael
lijdend voorwerp: een tekening
Het lijdend voorwerp geeft antwoord op de vraag: wat maakt Michael?
Slide 29 - Slide
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
De kapper
knipt
mijn haren
Slide 30 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
De bakker
bakt
brood
Slide 31 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
De ruiten
wast
de ruitenwasser
Slide 32 - Drag question
Gefeliciteerd!
Je hebt nu kennisgemaakt met de belangrijkste functies in zinnen.
Slide 33 - Slide
Nu in Latijn!
Avus dormit: vader slaapt
dormit is de persoonsvorm (een werkwoord)
avus is het onderwerp (een zelfstandig naamwoord)
In deze zin: twee functies, en twee woordsoorten
Slide 34 - Slide
Nu in Latijn!
Vader groet grootvader
Vader groet grootvader
Grootvader groet vader
Pater avum salutat
Avum pater salutat
Avus patrem salutat
Slide 35 - Slide
naamval
functie
pater
avus
nominativus
onderwerp
pater
avus
accusativus
lijdend voorwerp
patrem
avum
Naamvallen en functies
Slide 36 - Slide
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Pater
salutat
avum
Slide 37 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Patrem
salutat
avus
Slide 38 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Avum
salutat
pater
Slide 39 - Drag question
Avus senex est
Slide 40 - Slide
naamval
functie
pater
avus
nominativus
1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
pater
avus
accusativus
lijdend voorwerp
patrem
avum
Naamvallen en functies: aanvulling
Slide 41 - Slide
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
Slide 42 - Slide
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
1. Iorix est Germanus.
2. Iorix Romanus non est.
3. In Germania habitat.
4. Iorix sororem habet.
Slide 43 - Slide
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
5. Soror eius Amalia est.
6. Iorix patrem quoque habet.
7. Iorix matrem non iam habet.
8. Mater mortua est.
Slide 44 - Slide
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
Als Iorix in Germanië woonde, waarom hebben we het dan over hem in het Latijn??
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Video
naamval
functie
pater
avus
nominativus
1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
pater
avus
accusativus
lijdend voorwerp
patrem
avum
Naamvallen en functies: aanvulling
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Video
Lees de tekst op pagina 19 en schrijf op het losse blad wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen hoe de Romeinen en wij koken en eten. Vertel ook hoe dit plaatje afwijkt van de tekst.