Herhaling Brazilië

Herhaling H 3: Brazilië
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling H 3: Brazilië

Slide 1 - Slide

Doel van deze week
Voorbereiden op het tentamen

Leerstof = H3 Brazilië + 
                      H2 2.7 en 2.8


Slide 2 - Slide

Hoe bereid je je het beste voor? 

1. Lees de teksten met aandacht, paragraaf voor paragraaf
2. maak bijbehorende werkzoekopdrachten 
3. leer de begrippen en de topo uit je hoofd
4. maak van de paragrafen samenvattingen (blz 98)
5. werk onderstaande opdrachten uit
 

Slide 3 - Slide

Wat te doen voor deze week:

1. herhalen van H3
2. verwerkingsopdrachten maken - beter begrip van de kennis
3. kaarten schetsen - voor een beter geografisch/ ruimtelijker    
     beeld
4. oefenen met begrippen/basiskennis

Slide 4 - Slide

Herhaling Hoofdstuk 3
?
Wat zegt dit? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Selva: tropisch regenwoud
Cerrado: vochtige savanne
Caatinga: witte woud, steppeklimaat
Llanos: drogere savanne
Mangrove: tropische kust, bomen met wortels in zee

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Geografisch beeld Brazilië
  • absolute ligging
  • relatieve ligging
  • fysische kenmerken
  • sociale kenmerken
  • relaties met anderen 

Slide 22 - Slide

Het begrip perceptie en het begrip stereotype betekenen hetzelfde...
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

3 oorzaken voor dalend geboortecijfer

Slide 24 - Mind map

Een gevolg van snel groeiende steden is het ontstaan van
A
gated communities
B
gemengde bevolking
C
favela's
D
luchtvervuiling

Slide 25 - Quiz

Wat lees je af uit de Lorezcurve?

Slide 26 - Slide

Het verband tussen etniciteit en rijkdom is: hoe donkerder de kleur, hoe minder kansrijk
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

De grootste handelspartner van Brazilië is
A
VS
B
Europa
C
China
D
Rusland

Slide 28 - Quiz

Waar ligt het economisch zwaartepunt van Brazilië?
A
in de Amazone
B
langs de noordkust
C
langs de zuidkust
D
rondom de hoofdstad Brasilia

Slide 29 - Quiz

Welke landschapszone is dit?

Slide 30 - Slide

Welke landschapszone is dit?

Slide 31 - Slide

Welke landschapszone is dit?

Slide 32 - Slide

Bio-ethanol staat bekend als "groene" brandstof. Leg uit waarom dit zo is. Geef ook een nadeel van het gebruik van bio-ethanol

Slide 33 - Open question

Welk voordeel en welk nadeel heeft hydro-electriciteit?

Slide 34 - Mind map

Op welke organisatie lijkt de UNASUR?
A
Europese Unie
B
voormalig oostblok
C
de VS

Slide 35 - Quiz

Waarom is het voor Brazilië belangrijk een organisatie te hebben als de UNASUR?

Slide 36 - Open question

Wat is een ander woord voor het tropisch regenwoud?
A
mangrove
B
caatinga
C
llanos
D
selva

Slide 37 - Quiz

Op welke 2 kringlopen heeft het tropisch regenwoud invloed?

Slide 38 - Mind map

Wat zijn bedreigingen voor het Amazonegebied?

Slide 39 - Mind map

Amazonia
  • uniek ecosysteem
  • werkgever en bron van inkomsten
  • woonplaats van inheemse stammen 

Slide 40 - Slide

Bolsa Familia
conditional cash transfer -> uitkering onder voorwaarden:
  • kinderen vaccineren
  • kinderen naar school

Slide 41 - Slide

sociaal-economische ongelijkheid
segregatie

Slide 42 - Slide

Opdrachten voor nu

  1.  Lees in 3.2 de tekst nog eens van 'landschappen' en van 'vegetatie'.
  2. Pak de A3 - kaart en schets van beide teksten de landschappen en vegetatiesoorten in. Maak zelf een bijpassende legenda.
  3. Schets een kaartje op basis van rijkdom/armoede en maak een bijpassende legenda. 
  4. Schets een kaartje op basis van bevolkingsgroei en -dichtheid
  5. Teken de juiste bevolkingsgrafiek van Brazilië
  6. Beschrijf de Lorentzcurve van Brazilië 
  7. Beschrijf in welke fase van het demografisch transitiemodel Brazilië als BRICS land zit (en leg uit waarom)
  8. Leg bron 31  van paragraaf 3.6 uit - wat zie je (figuurlijk) en wat wordt hier bedoeld, denk je?
  9. Maak de examentraining op blz. 130 en 131
  10. Lees en leer de begrippenlijst  

Slide 43 - Slide