LL module 2 - les 5*

vr. 16 dec. - 4V 

Lesdoel: aan het einde van de les heb je weer meer vat op het duiden van literair taalgebruik. Ook weet je wat er met betekenistoekenning bedoeld wordt.
GPW-stof: Laagland M1, 2 en 3; Het Diner; Twee vrouwen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

vr. 16 dec. - 4V 

Lesdoel: aan het einde van de les heb je weer meer vat op het duiden van literair taalgebruik. Ook weet je wat er met betekenistoekenning bedoeld wordt.
GPW-stof: Laagland M1, 2 en 3; Het Diner; Twee vrouwen

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
  • Bespreken opdracht 17 op blz. 48-50, vraag 1 t/m 6
  • Herhalen uitleg §2.4 Betekenistoekenning 
  • Zelfstandig werken
  • Voorlezen Het Diner

Slide 2 - Slide

Bespreken opdr. 17 blz. 48-50

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

§2.4 Betekenistoekenning
Betekenistoekenning = de betekenis van een verhalende tekst of gedicht vaststellen.
Synoniemen voor 'betekenistoekenning':
  • interpretatie
  • vaststellen van thematiek

Slide 5 - Slide

Hoe interpreteer je een tekst? 
Hoe bepaal je het thema van een tekst? Hoe ken je betekenis toe aan een tekst?

  • Betekenis ontstaat doordat jij als lezer actief met een tekst aan de slag gaat. 
  • --> betekenistoekenning = lezersactiviteit
  • Als lezer ken je betekenissen aan teksten toe door het ontdekken van betekenisstructuren.
  • Het gaat dus niet om de intentie van de auteur of om een door hem/haar verborgen boodschap in de tekst die je moet zien te vinden.

Slide 6 - Slide

Betekenisstructuren ontstaan door:
  • herhalingen (overeenkomsten) van woorden, woordgroepen, gebeurtenissen, situaties, passages en scènes.
  • opposities (tegenstellingen) van woorden, woordgroepen, gebeurtenissen, situaties, passages en scènes.

Slide 7 - Slide

Betekenistoekenning
Actieve lezers zoeken en vinden herhalingen (overeenkomsten) en opposities (tegenstellingen) en kennen vervolgens betekenis toe aan wat terugkeert en wat daarmee een contrast of tegenstelling vormt. Dit is voor lezers de basis voor hun betekenistoekenning (interpretatie) van de literaire tekst.

Hier gaan we mee oefenen in opdr. 17 op blz. 48-52

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
opdracht 17 op blz. 48-52 - vraag 7 t/m 15 = hw voor di. 20/12


Slide 9 - Slide

Het Diner
voorlezen

Slide 10 - Slide

Huiswerk
  • Huiswerk: di 20/12 opdracht 17 op blz. 48-52 - vraag 7 t/m 15
  • Lezen in Het Diner --> do. 22/12  t/m hfst. 23, blz. 148

Slide 11 - Slide