Quiz zakelijke e-mail
1 / 14
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is geen basiselement in een zakelijke brief?
A
Aanhef
B
Afzendergegevens
C
Onderwerp
D
Allen zijn basiselementen
Slide 2 - Quiz
In een zakelijke brief gebruik je de aanspreekvorm:
A
Jij/je
B
U
Slide 3 - Quiz
Welke aanhef is goed?
A
Geachte mevr Robbers,
B
Geachte mevrouw Robbers,
C
Beste mevr Robbers,
D
Beste mevrouw Robbers,
Slide 4 - Quiz
Welke aanhef is goed?
A
Geachte meneer j de wilde,
B
Geachte meneer J De Wilde,
C
Geachte Meneer J de Wilde,
D
Geachte meneer J de Wilde,
Slide 5 - Quiz
Waar zet je je adresgegevens?
A
Boven aan de brief
B
Onder je naam bij de afsluiting
C
Boven je naam bij de afsluiting
D
Nergens
Slide 6 - Quiz
Hoe sluit je je brief af?
A
Groetjes,
B
MVG,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,
Slide 7 - Quiz
In een zakelijke brief is het belangrijk dat je kort en bondig bent
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Een tekst wordt vluchtig doorgenomen, beperk dan ook je alinea's tot 5 a 6 zinnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
De datum ...
A
... voeg je toe in de tekst
B
... zet je boven betreft
C
... wordt automatisch toegevoegd
D
... is niet nodig
Slide 10 - Quiz
In een alinea ...
A
... staan alle zinnen achter elkaar
B
... staan alle zinnen onder elkaar
Slide 11 - Quiz
Deze zin is goed:
Zij mogen hun een compliment geven.
Zij mogen hun een compliment geven.
A
Ja, goed
B
Nee, fout
Slide 12 - Quiz
Deze zin is goed:
Hun hebben dat gedaan
Hun hebben dat gedaan
A
Ja, goed
B
Nee, fout
