Examen schrijven 3F

Examens Nederlands 3F
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Examens Nederlands 3F

Slide 1 - Slide

Het examen Nederlands 3F


Schrijven >>> woensdag 1 juni 

TIP: Neem een woordenboek mee!


Slide 2 - Slide

Tip: Denk aan de STARR methode, dit helpt ook met het schrijven.

Slide 3 - Slide

Het examen schrijven 3F
  • Dit examen maak je op school
  • De 2 schrijfopdracht(en) kunnen bestaan uit: 
  • Sollicitatiebrief, zakelijke brief, een zakelijke e-mail, artikel of een verslag

Slide 4 - Slide

Waar wordt je
op beoordeeld
bij het examen schrijven?

Slide 5 - Mind map

Beoordeling van het examen schrijven
  • Is de tekst leesbaar en adequaat? Minimum aantal woorden?
  • Inhoud
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid

Slide 6 - Slide

Beoordeling uitwerking opdracht





  • Als je alle 7 onderdelen op niveau uitwerkt, scoor je een 6,0 als cijfer.
  • Je mag maar op 1 onderdeel een onvoldoende scoren.

0 punten
Het onderdeel is onvoldoende uitgewerkt
1 punt
Het onderdeel is precies op niveau uitgewerkt
2 punten
Het onderdeel is boven niveau uitgewerkt

Slide 7 - Slide

Wat wordt er eigenlijk precies beoordeeld bij het onderdeel 'inhoud'?

Slide 8 - Open question

Opdracht oefenexamen 1 - inhoud
Je brief moet aan de volgende inhoudelijke eisen voldoen
  1. Vertel iets over jezelf en je achtergrond.
  2. Motiveer je keuze voor juist dat project: noem minimaal drie redenen waarom je voor dit project kiest. 
  3. Geef aan waarom jij daar de juiste persoon voor bent.
  4. Stel nog minimaal twee vragen.

Slide 9 - Slide

Opdracht oefenexamen 1 - samenhang
  1. De tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot.
  2. De tekst is logisch te volgen (niet van de hak op de tak).
  3. Het verband tussen de verschillende zinnen en alinea's is duidelijk door:
  • Passende voegwoorden (omdat, hoewel, desondanks, toch, maar, ...)
  • Correcte verwijswoorden (Het meisje met wie... / Zij, haar, dat)

Slide 10 - Slide

Goed voorbeeld van samenhang
"Ik denk dat ik de juiste persoon ben voor dit project, omdat ik ook goed met mensen van alle leeftijden om kan gaan en graag dieren en mensen help. Ook spreek ik goed Nederlands en Engels. Verder vind ik het altijd leuk om over nieuwe culturen te leren en te zien hoe mensen in andere landen dagelijks leven."


"Zoals ik al eerder benoemde, is dit project voor mij weggelegd."

Slide 11 - Slide

Verbeter het foute verwijswoord:

"Naar aanleiding van een artikel wat ik heb gelezen."

Slide 12 - Open question

Verbeter het foute verwijswoord:

"Ik verwacht een gezellig team die veel dieren hebben geholpen."

Slide 13 - Open question

Verbeter het foute verwijswoord:

"...vrijwilligerswerk in een land wat verder weg is."

Slide 14 - Open question

Opdracht oefenexamen 1 - doel
Je kunt in je tekst verschillende doelen combineren, zoals informeren, overtuigen en activeren:

  • Het doel van een sollicitatiebrief is de lezer overtuigen dat jij een geschikte kandidaat bent.
  • Je informeert de lezer over jouw achtergrond en keuze voor dat project.
  • Jouw doel is om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek of in ieder geval om een reactie te ontvangen op jouw brief. 

Slide 15 - Slide

Goede voorbeelden van afstemming op doel
  • "… maar ik kreeg gelijk een fijn gevoel bij uw organisatie in Suriname."

  • "Dit geeft mij een extra boost om jullie een handje te willen helpen."

  • "Ik hou ontzettend van dieren en ik ga liefdevol met ze om."

  • "…omdat ik me voor de volle 110% inzet."

Slide 16 - Slide

Opdracht oefenexamen 1 - publiek
Je kunt schrijven voor een bekend en algemeen publiek.
Je past consequent (in)formeel taalgebruik toe dat past binnen de situatie

  • Spreek consequent aan met 'u' en 'uw'
  • Begin brieven met 'Geachte heer / mevrouw,'

Slide 17 - Slide

Goede voorbeelden van afstemming op publiek

"Ik hoop dat u enthousiast bent geworden en dat ik ben
 wat u zoekt. Ik kijk uit naar uw reactie."

Slide 18 - Slide

Minder goede afstemming op publiek

"De reden waarom je voor mij moet gaan is..."

"Mochten jullie behoefte hebben aan meer informatie, dan hoor ik het graag. Ik kijk uit naar jullie reactie!"

Slide 19 - Slide

Opdracht oefenexamen 1 - woordgebruik en woordenschat
  • Je gebruikt woorden in de goede betekenis
  • Je gebruikt de juiste lidwoorden (de / het) bij woorden
  • Je gebruikt de goede voorzetsels in je zinnen
  • Je wisselt af in je woordkeuze

Tips:
  • Gebruik alleen woorden waar je de betekenis van kent!
  • Maak gebruik van de woorden die in de examenopdracht staan.

Slide 20 - Slide

Welk woord klopt hier niet?

"Ik wil graag solliciteren voor een stageplek
bij het project dierenbescherming."

Slide 21 - Open question

Welk woord klopt hier niet?

"Nu ben ik heel erg geïnteresseerd naar een stageplek."

Slide 22 - Open question

Opdracht oefenexamen 1 - spelling
Tips:
  1. Let op het gebruik van hoofdletters aan het begin van een zin, bij namen, bij plaatsen en talen. 

  2. In het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar.

  3. Controleer in je tekst alle werkwoorden die eindigen op een 't' of een 'd':
    Vervang deze werkwoorden eventueel door 'smurfen' of 'lopen', zodat je goed kunt horen op welke letter het werkwoord moet eindigen.

Slide 23 - Slide

Dit is een site die ...........
tussen vrijwilligers en hulpprojecten.

bemiddeld
bemiddelt

Slide 24 - Poll

Goed gespeld
Fout gespeld
vrijwilligerswerk
vrijwilligers werk
mee loop dagen
meeloopdagen
zwerf dieren
zwerfdieren
email
e-mail
opzoek
op zoek
bij deze....
Bij dezen...
ookal
ook al

Slide 25 - Drag question

Opdracht oefenexamen 1 - interpunctie
Tips:
  1. Controleer of je zinnen met een punt, vraagteken of uitroepteken eindigen.

  2. Vermijd schuine strepen. Gebruik liever 'en' of 'of':
    "Elk dier is anders en heeft weer andere hulp/ aandacht nodig".

  3. Vermijd puntkomma's. Meestal zijn die verkeerd:
    "Wilt u alvast wat meer informatie en gegevens van mij weten, zie dan de bijlage; Hierin staat mijn curriculum vitae."





Slide 26 - Slide

Opdracht oefenexamen 1 - grammatica
Tips:
  1. Lees je zinnen goed na en probeer te 'horen' of de zin klopt.
    Als je het idee hebt dat het raar klinkt, moet je de zin misschien anders formuleren.
    ***Mijn schooljaar zit er bijna op en er komen een zomervakantie met 8 weken.

  2. Iedere zin bevat minimaal één werkwoord: de persoonsvorm:
    ***Bijgevoegd ook mijn CV.   >>> dit is geen complete zin.

  3. Een zin eindigt waar je een pauze hoort als je de zin zou oplezen.
    ***In mijn vrije tijd werk ik veel, dit doe ik bij Bas van der Ven Catering. >>> waar pauzeer je?






Slide 27 - Slide

Opdracht oefenexamen 1 - leesbaarheid
  • Je tekst is verdeeld in alinea's
  • Je gebruikt op de goede plaatsen witregels tussen de alinea's
  • Als je een artikel of betoog schrijft, staat daar een titel boven.
  • Als je een zakelijke brief schrijft, dan zorg je dat je de briefconventies
     allemaal correct toepast!

    DOE JEZELF EEN PLEZIER EN LEER DIE BRIEFCONVENTIES UIT JE HOOFD!!!
    Je vindt ze in boek B van Nu Nederlands op blz. 128, 133 en 273.


Slide 28 - Slide

Welke dagtekening is goed opgeschreven?
A
01-02-2021, Bavel
B
1 februari 2021, Bavel
C
Bavel, 01-02-2021
D
Bavel, 1 februari 2021

Slide 29 - Quiz

Sleep de briefonderdelen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Kelly Wagemakers
Wilhelminasingel 33
4817 JX Breda
Stichting Projecthulp Suriname
Postbus 28
3000 AX Amersfoort

Breda, 1 februari 2021
Geachte heer / mevrouw,
Betreft: stageplaats bij het project Dierenbescherming
Inhoud van de brief met:
- Inleiding
- Middenstuk
- Slot
Met vriendelijke groet,

Kelly Wagemakers
Bijlage: curriculum vitae

Slide 30 - Drag question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide