This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Tijdens deze les:
Start je met hoofdstuk 7.
Leer je over moleculen.
Leer je over fasen en fase-overgangen.
Leer je over chemische reacties.
Slide 1 - Slide
Moleculen.
Scheikundigen hebben ontdekt dat elke stof uit moleculen bestaat. Iedere stof bestaat weer uit andere moleculen.
Water bestaat bijvoorbeeld uit watermoleculen.
Zout bestaat bijvoorbeeld uit zout moleculen.
Slide 2 - Slide
Wat is een molecuul?
Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof met dezelfde eigenschappen van die stof. Moleculen zijn zo klein dat we ze niet kunnen zien.
Slide 3 - Slide
Zuivere stof - mengsels.
Een zuivere stof bestaat maar uit één stof (1 molecuulsoort). Mengsels bestaan uit meerdere stoffen (meerdere moleculen).
Slide 4 - Slide
Deeltjesmodel.
In de natuurkunde en scheikunde wordt vaak het deeltjesmodel gebruikt. Dit zijn de eigenschappen hiervan:
Moleculen van een stof veranderen niet.
Moleculen van een stof bewegen voortdurend.
Moleculen van een stof trekken elkaar aan.
Slide 5 - Slide
Fasen.
Elke stof kan zich in 3 fasen bevinden. Zie hieronder het voorbeeld van water:
IJs (vaste fase)
Water (vloeibare fase)
Waterdamp (gas fase)
Slide 6 - Slide
In welke fase bevindt koolstofdioxide zich?
A
Vloeibaar.
B
Vast.
C
Gas.
Slide 7 - Quiz
In welke fase bevindt hout zich?
A
Vloeibaar.
B
Vast.
C
Gas.
Slide 8 - Quiz
Fase-overgangen.
Een stof kan van de ene fase naar de andere overgaan. Dit noemen we een fase-overgang.
Slide 9 - Slide
Wat moet er met water gebeuren om van de vloeibare fase naar de vaste fase te gaan?
Slide 10 - Open question
Zoek van de volgende fase-overgangen een voorbeeld op: Smelten, condenseren en rijpen.
Slide 11 - Open question
Fasen in het deeltjesmodel.
Op de volgende slide zie je de verschillende fasen in het deeltjhesmodel.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hieronder zie je een molecuul.
Het molecuul bestaat weer uit kleinere deeltjes: atomen.
Slide 14 - Slide
Chemische reacties.
Net heb je fase-overgangen gezien. Bij een fase-overgang blijft de stof hetzelfde (ijs is water maar dan vast). De moleculen blijven dan hetzelfde maar zitten dichter op elkaar.
Bij een chemische reactie veranderen de moleculen.
Slide 15 - Slide
Chemische reactie.
Een voorbeeld:
Het verbranden van hout. Voor het verbranden heb je hout, en erna heb je as. Dit zijn verschillende stoffen.
Slide 16 - Slide
Het rotten van een appel is een...
A
Fase-overgang.
B
Chemische reactie.
C
Geen van beide.
Slide 17 - Quiz
Het verbranden van aardgas is een...
A
Fase-overgang.
B
Chemische reactie.
C
Geen van beide.
Slide 18 - Quiz
Wanneer een plas water verdwijnt spreek je van een...
A
Fase-overgang.
B
Chemische reactie.
C
Geen van beide.
Slide 19 - Quiz
Wanneer je suiker in je thee oplost is er een...
A
Fase overgang.
B
Chemische reactie.
C
Geen van beide.
Slide 20 - Quiz
Suiker in thee.
Dit is geen van beide want je houdt suiker en water moleculen over, maar ze zijn gemengd.
Slide 21 - Slide
Reactie schema.
Je kan een chemische reactie in een schema uitschrijven. Dit doe je als volgt:
Beginstoffen → Eindstoffen (reactieproducten).
Slide 22 - Slide
Reactie schema.
Slide 23 - Slide
Maak een reactieschema voor het rotten van een appel. TIP! Bedenk eerst met welke stof een appel daarvoor reageert.