Je bent pedagogisch medewerker bij een kinderdagverblijf. Je hebt een gesprek met de moeder van Tim (3) aangevraagd, omdat Tim vaak andere kinderen slaat. Wanneer je de situatie aan de moeder van Tim uitlegt, moet ze lachen. Ze benoemt dat Tim inderdaad goed voor zichzelf kan opkomen, dat hij echt op zijn vader lijkt. Ze benoemt de vader van Tim echt succesvol is geworden, omdat hij zich door niemand in de weg laat staan.