This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nieuwsbegrip week 11
Slide 1 - Slide
Eerst even het filmpje bekijken
Slide 2 - Slide
Vraag 1 In de tekst wordt uitgelegd wat een robot is. In welk stukje staat dit?
A
in het stukje Internationale wedstijd
B
in het stukje ‘Gewoon’ apparaat of robot
C
in het stukje Beter en sneller
Slide 3 - Quiz
Vraag 2 In regel 4 staat: Ze presenteerden hun zelfgemaakte robots aan een deskundige jury. Wat betekent ‘een deskundige jury’?
A
een jury die een prijs moet geven
B
een jury die er veel van weet
C
een jury die nog veel moet leren
Slide 4 - Quiz
Vraag 3 In regel 12-13 staat: Ze moesten een LEGO-robot bouwen en programmeren. Wat betekent programmeren?
A
het kijken naar hoe een computer allerlei taken voor een robot bedenkt
B
het maken van opdrachten voor een computer, waardoor die een taak kan doen
C
het uitvoeren van opdrachten door een computer, zoals een robot
Slide 5 - Quiz
Vraag 4 Lees het stukje Robotarm nog eens goed. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
Daarom deed de robotarm het werk sneller.
B
De robotarm was dus erg handig.
C
Het werk was dus heel gevaarlijk.
Slide 6 - Quiz
Vraag 5 In regel 41-42 staat: Ze hebben een beter geheugen en kunnen beter rekenen. Naar wie of wat verwijst Ze?
A
naar ‘sommige dingen’ in regel 41
B
naar ‘robots’ in regel 41
C
naar ‘mensen’ in regel 41
Slide 7 - Quiz
Sleutelvragen
Beantwoord nu de sleutelvragen
Alleen óf in 2-tallen
Slide 8 - Slide
Vraag 1 Waarom zijn robots niet meer weg te denken uit ons leven, denk je?
Slide 9 - Open question
Vraag 2 Wat is het belangrijkste doel van de FIRST LEGO League?
Slide 10 - Open question
Vraag 3 Wat is het verschil tussen een ‘gewoon’ apparaat en een robot?
Slide 11 - Open question
Vraag 4 Welke voordelen had de robotarm, vergeleken met de werknemers van de fabriek? Noem drie voordelen uit dit stukje tekst.
Slide 12 - Open question
Vraag 5 Robots in huis kunnen al allerlei taken overnemen van mensen. Noem twee taken waarvoor je een robot heel geschikt vindt en één taak waarvoor je een robot niet geschikt vindt.
Slide 13 - Open question
Vraag 6 Wat is nu nog een belangrijk verschil tussen robots en mensen?