This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt kenmerken noemen van vijf groepen gewervelde dieren
Slide 2 - Slide
Skelet
Skelet -> bestaat uit botten
Wervelkolom -> onderdeel van het skelet, bestaat uit wervels
Gewervelde dieren -> dieren met een wervelkolom: krokodil, hond, paard slang en mens
Slide 3 - Slide
Vijf groepen
Vijf groepen gewervelde dieren:
vissen
amfibien
reptielen
vogels
zoogdieren
Slide 4 - Slide
Kenmerken
Ademhaling: dieren halen adem met hun huid op met longen of met kieuwen
Huid: de huid is bedenkt met schubben of met haren of met veren of met slijm
Voortplanting: sommige dieren worden geboren als jong dier. Andere dieren komen uit een ei. De eieren hebben een harde schaal, zachte schaal of geen schaal
Leefomgeving: op het land, in water of in de lucht
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Voortplanting van gewervelde dieren
Slide 7 - Slide
Vissen leggen eieren met schaal
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Noem de vijf groepen gewervelde dieren
Slide 9 - Open question
Welke kenmerk heeft de huid van een reptiel?
A
Droge schubben
B
Veren
C
Haren
D
Schubben met slijm
Slide 10 - Quiz
Leerdoelen check
Je kunt kenmerken noemen van vijf groepen gewervelde dieren