What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenen
Mevrouw de Cuba
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Mevrouw de Cuba
Slide 1 - Slide
¡Bienvenidos a la clase de español!
Capítulo 2: ¡Qué aproveche!
Slide 2 - Slide
V
r
a
a
g
w
o
o
r
d
e
n
Welke vraagwoorden ken je?
Slide 3 - Slide
Alsjeblieft
Het Nederlandse woord "alsjeblieft" heeft twee betekenissen, namelijk:
Als je iets vraagt
(
Por favor
)
Als je iets geeft
(
Aquí tiene
)
Voorbeeldzin: "Una Coca-Cola, por favor"
"Aquí tiene"
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Cuánto
,
Cuánta
,
Cuántos
,
Cuántas
+M, ev/ww +V, ev +M, mv +V, mv
¿
Cuánto
dinero
tiene en las manos?
¿
Cuánta
leche
bebes tú cada día?
¿
Cuántos
peces
hay en la foto?
¿
Cuántas
horas
de música tienes por semana?
Slide 6 - Slide
Sleep de vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... está mi móvil?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál
Slide 7 - Drag question
De vraagwoorden. Sleep ze naar elkaar toe!
Hoe?
Wat?
Wie?
Wanneer?
Waar?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién(es)?
¿Cuándo?
¿Dónde?
Slide 8 - Drag question
Kies de juiste vraagwoord:
¿_______va a comer pizza? Ana va a comer pizza.
A
Qué
B
Quién
C
Quiénes
D
Dónde
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste vraagwoord:
¿_______van a comer pizza? Ana y Jan van a comer pizza.
A
Qué
B
Quién
C
Quiénes
D
Dónde
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste vraagwoord:
¿_______está el móvil de Marta?
Está en su mochila
A
Qué
B
Quién
C
Quiénes
D
Dónde
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste vraagwoord:
¿_______estás leyendo?
Estoy leyendo un libro de Harry Potter.
A
Qué
B
Quién
C
Quiénes
D
Dónde
Slide 12 - Quiz
waarom?
hoe?
waar?
welke?
wanneer?
¿por qué?
¿cuándo?
¿cómo?
¿dónde
¿cuál(es)
Slide 13 - Drag question
EXTRA: Vraagwoorden
Altijd een vraagteken voor en achter de zin zetten!!!
Klik
HIER
om extra te oefenen met de vraagwoorden!
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Aanwijzende voornaamwoorden
Gebruik je om dingen aan te duiden/aan te wijzen.
Slide 15 - Slide
Aanwijzende voornaamwoorden
Gebruik je om dingen aan te duiden/aan te wijzen.
Dich
T
bij:
- este, esta, estos, estas
Betekent:
dit of deze
Slide 16 - Slide
Aanwijzende voornaamwoorden
Gebruik je om dingen aan te duiden/aan te wijzen.
Dich
T
bij:
- este, esta, estos, estas
Betekent:
dit of deze
Verweg:
- ese, esa, esos, esas
Betekent:
dat of die
Slide 17 - Slide
Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden passen zich aan aan het
geslacht en getal
van het zelfstandig naamwoord.
Slide 18 - Slide
Aanwijzende voornaamwoorden
Singular (EV)
Mannelijk
Vrouwelijk
Dichtbij
Est
e
libr
o
Dit boek
Est
a
cas
a
Dit huis
Verweg
Es
e
libr
o
Dat boek
Es
a
cas
a
Dat huis
Plural (MV)
Dichtbij
Est
os
libr
os
Deze boeken
Est
as
cas
as
Deze huizen
Verweg
Es
os
libr
os
Die boeken
Es
as
cas
as
Die huizen
Slide 19 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord:
Verweg --> perros
A
Estos
B
Esos
C
Este
D
Estes
Slide 20 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoord:
Dichtbij --> ensalada
A
ese
B
esas
C
esta
D
esto
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Laatste les periode 2
February 2024
- Lesson with
22 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
SP_PA2_Vraagwoorden + Leer La comida española
July 2024
- Lesson with
16 slides
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Voorbereiding proefwerk jaar 3
November 2023
- Lesson with
20 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voorbereiding proefwerk jaar 3
December 2022
- Lesson with
20 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 4, les 1
January 2024
- Lesson with
41 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Week 6, les 2
October 2023
- Lesson with
24 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
P2 week 1, les 2
November 2022
- Lesson with
17 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vraagwoorden jaar 3
February 2024
- Lesson with
27 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2