4.1 Wapengeweld wereldwijd

H4: Conflicten
4.1 Wapengeweld wereldwijd
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H4: Conflicten
4.1 Wapengeweld wereldwijd

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

           Wat gaan we doen?

  • Uitleg
  • Opdracht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je weet waar de gewapende conflicten in de wereld voorkomen
  2. Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan
  3. Je kunt samenhang in conflicten ontdekken met behulp van atlaskaarten 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Kaart bekijken met leerlingen zodat leerlingen een beeld krijgen van de wapenconflicten op de wereld. Voorkennis activeren wat helpt bij dat de leerlingen zich competent voelen over het onderwerp.
soorten conflicten
1. gewapend conflict

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel doden moeten er per jaar minstens vallen bij een gewapend conflict?
A
10
B
25
C
75
D
100

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Gewapend conflict

Een aanhoudende strijd waarbij in totaal minstens 25 doden per jaar vallen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar gewapende conflicten?
1. islamitische wereld
2. Zuidoost-Azië
3. sub-Sahara in Afrika

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Conflicten ontstaan:

Waar mensen macht uitoefenen op een andere groep, terwijl die daar niet van gediend is. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

soorten conflicten
2. internationaal conflict
Conflict dat zich tussen twee of meer staten afspeelt.

VB: Tweede Wereldoorlog

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oorlog in Syrie
Geïnternationaliseerde oorlog

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is er aan de hand? 
  1. Aangemoedigd door de Arabische lente in Egypte, gingen tieners de straat op, de overheid was niet blij en pakte ze op
  2. Mensen gingen massaal de straat op, de overheid zette het leger in en sloeg de protesten gewelddadig neer

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is er aan de hand? 
3. Een maand na de start van de protesten was de burgeroorlog een feit. Delen van de politiemacht keerden zich tegen Assad. 
4. Verschillende groepen en landen gingen zich met de binnenlandse oorlog bemoeien. Jihadistische groepen voegden zich in de oorlog en de koerden in het Noorden riepen onafhankelijkheid uit

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is er aan de hand? 
5. IS neemt een deel van Syrie over. Miljoenen mensen slaan op de vlucht. 
6. Na aanslagen in EU door IS komen er militaire acties vanuit andere landen om dit tegen te gaan. Bijvoorbeeld door de VS De dagen van Assad lijken geteld
7. Rusland meld zich op het toneel. Waar het regime van Assad was opgehouden ging Rusland verder en bombardeerde scholen en ziekenhuizen. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is er aan de hand? 
8. Terwijl IS steeds meer grond verliest, wint Assad steeds meer grond van de rebellen. 
9. Er worden allerlei internationale pogingen gedaan voor een staakt het vuren, maar geen resultaat.
10. Turkije valt het noorden binnen om de Koerden weg te drijven. De VS is er dan ook nog, tegen verdrag VN in. 
11. Meer dan 10 jaar later is de aanstichter van het geweld, Assad nog steeds aan de macht. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

Filmpje uit 2018
soorten conflicten
3. binnenlandse conflicten/burgeroorlog
Conflict tussen bevolkingsgroepen binnen de grenzen van een land.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

soorten conflicten
4. geïnternationaliseerd conflict
Oorspronkelijk binnenlands conflict met buitenlandse inmenging.

VB: conflict in Syrië

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Welke conflicten kennen jullie al?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Opdracht
1. Kies een conflict die ergens ter wereld plaats vindt of heeft plaats gevonden.
2. Kijk bij welke van de vier conflicten jouw gekozen conflict hoort en leg uit waarom.
3. Ga informatie zoeken over je gekozen conflict. 
4. Verwerk deze informatie op je eigen creatieve manier. 
- VB: Maak een woordweb, tekening, zoek filmpjes op die een volledig beeld geven etc.
5. Werk in tweetallen.

Slide 21 - Slide

Bij de vorige opdracht hadden de leerlingen zelf de keuze om te kijken hoe ze informatie over de bende MS-13 gingen verwerken. Voor deze opdracht krijgen ze deze vrijheid weer. Het hoofdstuk heet conflicten en in deze les zijn er 4 verschillende soorten conflicten besproken. Ze mogen nu zelf een conflict op de wereld uitkiezen wat ze interessant lijkt en kijken bij welke van de 4 conflicten deze hoort. Ze hebben op deze manier nog meer autonomie.
4.1 Wapengeweld wereldwijd

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je weet waar de gewapende conflicten in de wereld voorkomen
  2. Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan
  3. Je kunt samenhang in conflicten ontdekken met behulp van atlaskaarten 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je conflicten begrijpen?

Je moet kennis hebben over staatskunde.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is een staat?
A
Een gebied
B
Een land
C
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is
D
een volk dat in een land woont

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Staat
1. een gebied met een grens eromheen 
2. binnen de staat zijn regels en wetten 


Andere landen mogen zich niet bemoeien met aangelegenheden binnen de staat.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Volk
- Groep mensen die het gevoel hebben bij elkaar te horen.

Op welke gebieden?
1. geloof
2. taal.
3. gemeenschappelijke geschiedenis

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

De Friezen zijn volk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Natie
Volk dat woont in een zelfstandige 
staat of deze graag wil vormen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Wat is een territorium?
A
Het gebied van een land
B
Woongebied van een volk
C
Het gebied dat van jou is
D
Het gebied van je hond

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Territorium

Woongebied van een volk.

Provincie Friesland territorium van het Friese volk.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

In welke situatie heb je de meeste kans op een conflict?
A
Situatie 1
B
Situatie 2
C
Situatie 3

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

200 staten
5000 volken

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Seperatisme
De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden
Waarom? 
Omdat ze achtergesteld of onderdrukt worden

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

200 staten
5000 volken

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsgroep Oeigoeren. Wie zijn dit en waar woont deze bevolkingsgroep? Gebruik foto's om dit duidelijk te maken.

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Leefgebied Oeigoeren

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Oeigoeren
Oeigoeren protesteren. Sommige Oeigoeren streven afscheiding van China na.
   
In welke regio van China wonen de Oeigoeren?
Xinjiang


Oeigoeren verschillen van Chinezen, doordat:
  • ze een variant van de Turkse taal spreken
  • ze islamitisch zijn
  • de beste banen naar Han-Chinezen gaan

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Oeigoeren
China vindt de Oeigoeren niet Chinees genoeg. Hoe wil China dat veranderen?
  • de Oeigoeren worden heropgevoed in kampen


Waarom is het gebied waar de Oeigoeren wonen belangrijk voor China?
  • er zitten veel grondstoffen in de bodem

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Opdracht
1. Zoek een bevolkingsgroep op die het lastig heeft door een conflict.
2. Maak een krantenartikel voor een nieuwssite, maak een kahoot, ontwerp een les, verzin iets leuks. 
3. Het is wel de bedoeling dat hetgeen wat je maakt iemand brede informatie geeft over de bevolkingsgroep.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions