This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Alex verkoopt elektrische scooters. In januari 2021 hoopt Alex 100 scooters te verkopen. Hij verkoopt de scooters voor € 2.000. De scooters importeert hij voor € 1.750. De constante kosten zijn: de huur van zijn pand € 6.000,- per maand en personeel betaalt hij elk kwartaal € 30.000. De rentekosten zijn € 2.000 per maand. Bereken de verwachte winst voor januari 2021.
Slide 2 - Open question
Wat houdt het break-even punt in?
A
Quitte spelen
B
Geen winst, geen verlies
C
Kostendekkend zijn
D
Alle drie de antwoorden.
Slide 3 - Quiz
Wat zijn constante kosten?
A
Die zijn niet afhankelijk van de afzet.
B
Die zijn wel afhankelijk van de afzet.
C
Die kunnen niet veranderen.
D
Die komen uit het buitenland.
Slide 4 - Quiz
Wat zijn variabele kosten?
A
Die zijn niet afhankelijk van de afzet.
B
Die zijn wel afhankelijk van de afzet.
C
Die kunnen niet veranderen.
D
Die komen uit het buitenland.
Slide 5 - Quiz
Een voorbeeld van 1. constante en 2. variabele kosten zijn:
A
1.Huur 2.Rente
B
1.Inkoop 2.Rente
C
1.Rente 2.Inkoop
D
1.Rente 2.Huur
Slide 6 - Quiz
Een grafiek: wat hoort er op de plaats bij 1, 2 en 3?
A
1. TO, 2. TK, 3. Variabele kosten
B
1. TO, 2. TK, 3. Constante kosten
C
1. TK, 2. TO, 3. Variabele kosten
D
1. TK, 2. TO, 3. Constante kosten
Slide 7 - Quiz
De formules:
Totale opbrengst = TO = P x Q
Totale kosten = TK = Q x TVK + TCK
Gemiddelde opbrengst (per product) = GO = P
Gemiddelde variabele kosten = GVK = TVK/Q
Gemiddelde constante kosten = GCK = TCK/Q
Slide 8 - Slide
Focus bv verkoopt één product: Verkoopprijs: € 70, inkoopprijs: € 30 Totale constante kosten: € 30.000,- Overige variabele kosten per product: € 20 Bereken de break-even afzet.
Slide 9 - Open question
Van een adviesbureau is het volgende gegeven voor het jaar 2021: Tarief per arbeidsuur: € 100,- Variabele kosten per arbeidsuur: € 20,- Constante kosten: € 250.000,- Bereken de break-even omzet.
Slide 10 - Open question
Van een handelsonderneming is het volgende gegeven voor het jaar 2021: GO: € 200,- GVK: € 100,- TCK: € 150.000,- Bereken de break-even afzet.
Slide 11 - Open question
Van een handelsonderneming is het volgende gegeven voor het jaar 2021: GO: € 200,- GVK: € 100,- TCK: € 150.000,- Bereken de break-even omzet.
Slide 12 - Open question
Belg bv verkoopt één product verwachte het volgende: Verwachte afzet: 10.000 stuks Verkoopprijs: € 75,- Totale constante kosten: € 25.000,-, totale variabele kosten: € 150.000,- Bereken de verwachte winst.
Slide 13 - Open question
Van een handelsonderneming is het volgende gegeven voor het jaar 2021: GO: € 85,- TCK: € 90.000,- De break-even afzet is gelijk aan 1.200 stuks. Bereken de GVK.
Slide 14 - Open question
Van een handelsonderneming is het volgende gegeven voor het jaar 2021: Verkoopprijs: € 15,- Gemiddelde variabele kosten: € 3,- De break-even omzet is gelijk aan € 12.000,- stuks Bereken de TCK