V5 T4 B7: Biotechnologie

Biotechnologie
Biologie gebruiken om producten te maken
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biotechnologie
Biologie gebruiken om producten te maken

Slide 1 - Slide


Transcriptie
Een DNA-fragment dat is geïsoleerd uit een Coli-bacterie heeft de volgende volgorde:

    5' – GTAGCCTACCCATAGG – 3' (coderende streng)

Vanaf de template- of matrijsstreng wordt mRNA gemaakt.
Welke basenvolgorde heeft dit mRNA?

A
3' --CAUCGGAUGGGUAUCC-- 5'
B
5' --GUAGCCUACCCAUAGG-- 3'
C
5' --GGAUACCCAUCCGAUG-- 3'
D
5' --CACAGAUACCCAGAUG-- 3'

Slide 2 - Quiz


Translatie
Een RNA-fragment dat is geïsoleerd uit een Coli-bacterie heeft de volgende volgorde:

    5' – AAGCCUGAAUCCAGG – 3'

Hoe ziet de aminozuurketen eruit van een peptide dat met dit mRNA wordt gesynthetiseerd, te beginnen vanaf de 5'-kant?


A
Gly-Tyr-Pro-Ala-Asp
B
His-Arg-Met-Gly-Ile
C
Lys-Pro-Glu-Ser-Arg
D
His-Arg-Tyr-Pro-Ala

Slide 3 - Quiz


Inversie in het DNA
De afbeelding laat een dubbelstrengs DNA-fragment zien. Het DNA binnen de rechthoek ondergaat een inversie. Dat wil zeggen dat een stuk DNA losraakt en daarna in omgekeerde volgorde weer wordt vastgeplakt.
 
Welke van de vier DNA-sequenties in de afbeelding geeft datzelfde DNA correct weer, nadat de inversie heeft plaatsgevonden?
Afb. dubbelstrengs DNA-fragment
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Wat denk jij dat biotechnologie is?
A
Aanbrengen van veranderingen in het genotype van organismen
B
Technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten voor de mens te maken
C
Verzamelnaam voor alle technieken waarmee het DNA van van organismen wordt veranderd
D
Het veredelen van landbouwgewassen en fokken van dieren voor gewenste eigenschappen

Slide 5 - Quiz

LEERDOELEN

* Je kunt verschillende technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven
               * je kunt klassieke biotechnologie beschrijven 
               * je kunt genetische modificatie beschrijven 
               * je kunt recombinant-DNA-techniek beschrijven  
               * je kunt genetische modificatie met virussen beschrijven  

Slide 6 - Slide

Biotechnologie 
verzamelnaam van alle technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te vervaardigen voor de mens.


-> Klassieke biotechnologie
-> Moderne biotechnologie

Slide 7 - Slide

Klassieke biotechnologie 
Gebruik van traditionele technieken
  • gist voor brood, bier, wijn
  • bacteriën voor kaas, yoghurt 

Kunstmatige selectie: veredeling
* kruisen van organismen met gunstige eigenschappen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Moderne biotechnologie
Nieuwe technologieën ontstaan snel:
* klonen (vanaf 1980 'Dolly')
* genetische manipulatie
    > recombinant DNA-techniek
        zalm (groei), muis (oor)
    > organen kweken 
        aap met varkenshart, kweekvlees
    > gentherapie: knippen en plakken
        CRISPR-CAS9

Slide 10 - Slide

Moderne biotechnologie
Recombinant DNA-techniek
* het wijzigen van de nucleotidevolgorde van het DNA in een organisme door DNA in te brengen dat afkomstig is van een ander organisme

cisgenese: zelfde soort
transgenese: andere soort

Slide 11 - Slide

Polyploïdie

Slide 12 - Slide

Polyploïdie

Gebruik colchicine -> spoelfiguur wordt afgebroken


Hierdoor opbrengst plant vaak vergroot


Slide 13 - Slide

Virussen 

Slide 14 - Slide

Reverse transcriptase = enzym uit virus
cDNA bevat gewenste gen

Slide 15 - Slide

geninactivering dmv antisense-DNA
knock-out gen
Andere technieken van genetische modificatie

Slide 16 - Slide

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 17 - Slide

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 18 - Quiz

Wat is transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd dier
D
genetische modificatie

Slide 19 - Quiz

Is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Hoe ontstaan polyploïde cellen?
A
Die zijn er al
B
Die ontstaan doordat er iets misgaat bij de mitose/meiose van een cel
C
Die worden gemaakt door enzymen
D
Door transcriptie

Slide 21 - Quiz

Wat is de functie van antisense-DNA?
A
Het zorgt ervoor dat er geen translatie plaatsvindt
B
Het heeft geen functie
C
Het slaat genetische informatie op
D
Het zorgt voor eiwit-regulatie

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN vorm van klonen?
A
Embryosplitsing
B
Stekken
C
Mutagen
D
Weefselkweek

Slide 23 - Quiz

Welk enzym knipt zowel het DNA-fragment als de plasmide bij de recombinant-DNA-techniek?
A
Restrictie-enzym
B
Dna-ligase
C
DNA-polymerase

Slide 24 - Quiz

To Do
Lees basisstof 7
Maak Opdr 48-56



timer
5:00

Slide 25 - Slide