Wiskunde hoofdstuk 2

Aan het einde van de les:
  • weet ik wat er wordt bedoeld met stapgrootte
  • kan ik negatieve coördinaten in een assenstelsel tekenen
  • kan ik onderzoeken of formules gelijk zijn
  • kan ik bij een formule met aftrekking een pijlenketting maken
  • kan ik rekenen met een formule
  • kan ik een formule in woorden korter schrijven
  • kan ik een grafiek bij een formule tekenen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aan het einde van de les:
  • weet ik wat er wordt bedoeld met stapgrootte
  • kan ik negatieve coördinaten in een assenstelsel tekenen
  • kan ik onderzoeken of formules gelijk zijn
  • kan ik bij een formule met aftrekking een pijlenketting maken
  • kan ik rekenen met een formule
  • kan ik een formule in woorden korter schrijven
  • kan ik een grafiek bij een formule tekenen

Slide 1 - Slide

Assenstelsel en coordinaten

Slide 2 - Slide

Hoe noem je de horizontale as in een grafiek?
A
De W-as
B
De X-as
C
De Y-as
D
De Z-as

Slide 3 - Quiz

(2,4)
(4,-1)
(-3,2)
(-4,-2)

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Wat zijn de coördinaten van punt D?

Slide 6 - Open question

Formule en pijlenketting:
We hebben de formule:
a x 3 + 15 = b
a = aantal pizza's
b = bedrag

Per bezorgde pizza verdien je 3 euro en je krijgt 15 euro vergoeding per maand voor jouw fiets.
a
b
x 3
+ 15
. . . .

Slide 7 - Slide

Sleep nu zelf de onderdelen van een pijlenketting naar de juiste plek, voor de formule:
a x 3 + 15 = b
a
b
x 3
+ 15
. . .

Slide 8 - Drag question

De formule was: A x 3 + 15 = B.
A= aantal pizza's
B= bedrag
Je hebt 5 pizza's bezorgd. Hoeveel heb je verdiend?

Slide 9 - Open question

Gegeven de formule: m x 10 + 120 = b
m = aantal maanden, b = bedrag

Als m = 5, hoeveel is dan het bedrag?
A
50
B
650
C
170
D
135

Slide 10 - Quiz

Gegeven de formule: 18 - a x 3 = t
a = aantal minuten, t = temperatuur

Als A = 3, wat is dan t ?
A
45
B
9
C
27
D
-9

Slide 11 - Quiz

Vraag 10 - Bij welke formule hoort deze pijlenketting?
A
T - 7 : 3 = G
B
G = 3 x 7 + T
C
T = 7 + 3 x G
D
G = x 3 + 7 T

Slide 12 - Quiz

Welke formule hoort bij de tabel?
A
a = 2 x t - 8
B
a = t + 8
C
a = 2 + 8 x t
D
a = 2 x t + 8

Slide 13 - Quiz

welke formules zijn hetzelfde:
1. B= 10 x A + 5
2. 10 x A + 5 = B
3. 5 X A + 10 = B
A
Formule 1 en 2
B
Formule 2 en 3
C
Formule 1 en 3
D
Zijn allemaal anders

Slide 14 - Quiz

Maak van de volgende woordformule een korte letterformule:
Kosten in euro's = 15 X aantal uur + 10

Slide 15 - Open question

Aan de slag: 
Werkboek blz. 12 -13 
oefenproefwerk opdracht 2-3-5-6-8

Klaar? --> Werk nakijken, antwoorden staan op blz. 42-43 in je werkboek.

Slide 16 - Slide