Hoe gaat een agent te werk bij het onderzoeken van een misdrijf? Zet in de juiste volgorde:
A. De politie houdt Bert een dag op het bureau vast.
B. De politie onderzoekt de kamer van Bert.
C. De politie fouilleert Bert.
D. De politie arresteert Bert.
E. De politie vindt harddrugs in Berts jaszak.
F. De politie stuurt het proces-verbaal door naar de officier van justitie.
G. De politie vindt dat Bert zich verdacht gedraagt voor een coffeeshop.