This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Signaalwoorden
en tekstverbanden
Slide 1 - Slide
ook
A
tegenstellend
B
opsommend
C
toelichtend
D
concluderen
Slide 2 - Quiz
om te...
A
concluderend
B
redengevend
C
vergelijkend
D
doel-middel
Slide 3 - Quiz
eens
A
voorwaardelijk
B
toelichtend
C
chronologisch
D
opsommend
Slide 4 - Quiz
doordat
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
voorwaardelijk
D
toegevend
Slide 5 - Quiz
Tekstverbanden
Zinnen en alinea's bestaan niet los van elkaar, maar staan met elkaar in verband.
Signaalwoorden geven je een teken welk verband er is.
Voorbeelden van een verband: oorzaak, gevolg, opsomming, overeenkomst, tegenstelling, voorbeeld.
Slide 6 - Slide
Tekstverbanden vinden
Zoek altijd naar signaalwoorden in een tekst. Door het verband tussen alinea's en zinnen te herkennen is de tekst begrijpelijker, en kun je het makkelijker samenvatten.
Leer de signaalwoorden en de bijbehorende tekstverbanden en check in de tekst of je het verband herkent.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Opdracht
Stencil signaal- en functiewoorden
Maken opdrachten pagina 25
Slide 9 - Slide
Antwoorden
aankondigende signaalzin
Dat heeft vele voordelen
in de eerste, tweede, derde plaats: opsomming - zo: toelichting - want: redengevend - doordat: oorzakelijk - en: opsommend - daarom: concluderend