1 lokaliseren = uitvinden waar iets is of vandaan komt
2 (iets) voor de boeg hebben = (iets) nog moeten meemaken of doen
3 functioneren = de taken goed kunnen uitvoeren
5 associëren met = er iets bij denken, er een nieuwe gedachte bij krijgen
6 gebaat zijn (bij) = voordeel hebben van
6 op de loer liggen = dreigen (van gevaar)
7 prepareren = voorbereiden, zorgen dat je er klaar voor bent
8 averechts = tegengesteld
9 halsreikend = heel verlangend
10 verraderlijk = onverwacht gevaarlijk