Les 7 U1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenue! 

Tu es prêt(e)?

Mettez vos affaires sur la table!

Un cahier, le livre, des stylos et votre ordinateur.

La brice-glace d'aujourd'hui

Un petit coup de main.

Honing, Appel, Wijn, Zout, Aardbei, Vuur, Bad, Panda.

Le programme d'aujourd'hui

• répéter le verbe être
• répéter les pronoms personnels
• répéter le vocabulaire
  
• corriger les devoirs
  
• écouter et répéter Apprendre 4
  
• les articles (lidwoorden)
  
• Padlet

Les devoirs pour le prochain cours

Répéter le verbe être

Répéter les pronoms personnels

Apprendre les articles

Apprendre 1-4, les pages 36-37

Faire les exercices 16a-16d, pages 25-27

Le verbe être

• Wat betekent être?
  
• hoe ziet de vervoeging eruit?
  
• La chanson
  

etre

=

 zijn

Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

es

sont

est

êtes

sommes

suis

  Zet de vervoegingen van het werkwoord 'être' in de goede volgorde.

être

est

sommes

es

êtes

sont

suis

Apprendre 4 havo

• la page 37

page 37

Vocabulaire havo

Apprendre 1, 2 en 4  Puzzel

Apprendre 1,2 en 4 FN-NF 

Le verbe être

• Wat betekent être?
  
• hoe ziet de vervoeging eruit?
  
• La chanson
  

Apprendre 4 vwo

• la page 39

Vocabulaire vwo

Apprendre 1, 2 en 4  Puzzel

Apprendre 1,2 en 4 FN-NF 

Faire ou Corriger les exercices H

Exercice 12

Exercice 13

exercice 13

Exercice 13 – Compréhension détaillée

1 a2, b4, c1, d3

2 waar

3 A, Dat meisje daar. Wie is dat?

4 het, een

5 A, Ousmane vindt dat ze een leuke naam heeft.

6 Clémence vindt Ousmane een leuke jongen.

7 Aurélie zegt niet erg veel en ze spreekt nogal aarzelend met veel euh ...

Exercice 12

Exercice 12 – Compréhension globale

1 Aurélie en Clémence ontmoeten elkaar en praten over hun klas.

2 Ze maken kennis.

3 Clémence kent Ousmane al.

4 Als de bel gaat, nemen ze afscheid van elkaar.

Faire ou Corriger les exercices V

Exercice 12

Exercice 13

exercice 13

Exercice 13 – Compréhension détaillée

1 1b, 2d, 3a, 4c

2 A, Dat meisje daar. Wie is dat?

3 het, een

4 A, Ousmane vindt dat ze een leuke naam heeft.

5 B, niet waar

6 Clémence vindt Ousmane een leuke jongen. Ze zegt tegen Clémence: « C’est un joli garçon,

 hein ? »

7 Aurélie zegt niet erg veel en ze spreekt nogal aarzelend met veel euh ... .

8 a Wil je vrienden zijn?

 b In dialoog 1: Aurélie aan Clémence en in dialoog 2: Ousmane aan Aurélie

Exercice 12

Exercice 12 – Compréhension globale

1 C, Ze zit in dezelfde klas als Clémence.

2 Aurélie en Clémence kennen elkaar nog niet. Ze vertellen elkaar hun naam.

3 C, Ousmane en Aurélie maken kennis met elkaar.

4 B, Ze moeten het gesprek beëindigen omdat het tijd is.

page 37 en 38

Franse lidwoorden

Les articles ( de lidwoorden)

Bepaalde lidwoorden

Onbepaalde lidwoorden

Les articles en français.

Exercices 16 , page 25/26

Les devoirs pour le prochain cours

Répéter le verbe être, page 19

Répéter les pronoms personnels

Apprendre les articles, page 26

Apprendre 1-4, les pages 36-37

Faire les exercices 16a-16d, pages 25-27

C'est la fin

Au revoir!

Salut!   A plus!  A+  Ciao!

Bonne journée!! 

page 36