7 more things not to do in Germany = 2e

Luisterdossier
Individueel:
* Kijk de film en maak de vragen
Klassikaal:
* Laatste 15 minuten antwoorden nakijken 
& je werkblad inleveren (= 1p)
timer
1:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Luisterdossier
Individueel:
* Kijk de film en maak de vragen
Klassikaal:
* Laatste 15 minuten antwoorden nakijken 
& je werkblad inleveren (= 1p)
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Fragment 1
1. Welke dag van de week is voor
Duitsers een heilige dag?

A
maandag
B
zaterdag
C
woensdag
D
zondag

Slide 3 - Quiz

Fragment 1
2. ‘’Leute wollen ihre Ruhe haben’’.
Wat betekent in deze zin
het woord ‘Ruhe’?

A
stilstand
B
slaap
C
ontspanning
D
vrede

Slide 4 - Quiz

3. Omschrijf in één zin wat je in
Duitsland niet moet doen
volgens fragment 1.

Slide 5 - Open question

Fragment 1
Antwoord: 

Niet werken, klussen en winkelen op zondag. (Winkels zijn op zondag dicht in Duitsland.)

Slide 6 - Slide

Fragment 2
4. Wat voor soort gevoel ervaren
Duitsers aan de kassa bij de
supermarkt?


A
blij
B
stress
C
boos
D
bedroefd

Slide 7 - Quiz

Fragment 2

5. Tasjes zijn in de Duitse
supermarkten gratis.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Fragment 2 - 6. Wat is het motto, dat de
presentator aan het einde van het
fragment omschrijft?

Slide 9 - Open question

Fragment 2
Motto als je naar de supermarkt gaat: 

Wees goed voorbereid,
pak efficient in en laat je niet van je stuk brengen.

Slide 10 - Slide

Fragment 3
7. De vrouwen hebben te weinig geld.
Waar kunnen de vrouwen volgens de
man bij het openbaar toilet dan gaan plassen?
A
in het winkelcentrum
B
bij de parkeergarage
C
bij de benzinepomp
D
in het park

Slide 11 - Quiz

Fragment 3
8. Veel openbare toiletten zijn in
Duitsland gratis te bezoeken.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

9. Omschrijf in één zin wat je in Duitsland
nooit moet doen volgens fragment 4.

Slide 13 - Open question

Fragment 4
Antwoord:

Je het openbaar (restaurant, trein) te luid gedragen (lachen, praten) wordt als zeer onbeleefd gezien. 

Slide 14 - Slide

Fragment 4
10. Hoe reageert de presentator vaak
in zo’n situatie?
A
Hij schaamt zich er voor.
B
Hij vindt het juist niet erg.
C
Hij vindt dat het afhankelijk is van de plek.

Slide 15 - Quiz

Fragment 5
11 ‘Duitsers nemen de verkeersregels heel
serieus."
A
Goed
B
Fout
C

Slide 16 - Quiz

Fragment 5
12. Wanneer kan je in Duitsland op
een strenge blik rekenen?
A
Als je geen rondje geeft.
B
Als je je niet aan de verkeersregels houdt.
C
Als je geen voorrang verleent.
D
Als je geen fooi geeft.

Slide 17 - Quiz

Fragment 6
13. Over welke regel heeft de
presentator het in fragment 6.
A
Bij het proosten elkaar in de ogen kijken.
B
Bij het proosten de glazen tegen elkaar aan stoten.
C

Slide 18 - Quiz

Fragment 6
14. Wat gebeurt er volgens de
Duitsers als je je niet aan deze regel
houdt?
A
Dan heb je zeven jaar geen geluk.
B
Dan komt dat wat je wenst zeker niet uit.
C
Dan heb je zeven jaar slechte sex.
D
Dan sta je de volgende dag op met een enorme kater.

Slide 19 - Quiz

Fragment 7
15. De man op het terras wil een glas
‘Leitungswasser aus dem Hahn’.
Wat is dit?
A
flesje water
B
glas kraanwater
C
kippetje gekookt in water
D
glas water met prik

Slide 20 - Quiz

Fragment 7

16. Wat is de prijs hiervan?
A
1,-
B
3,30
C
2,50
D
Gratis

Slide 21 - Quiz


Waar verdient men in Duitsland
in de horeca het meeste geld aan?


A
eten
B
drankjes
C

Slide 22 - Quiz


Lees de reactie van Vanessa onder de video:




17. Wat voor tip geeft Vanessa voor het inpakken van je boodschappen? Leg ook uit wat de tip inhoudt.

Slide 23 - Slide

Welke van de "7 things not to do in Germany"
kun je in Nederland ook beter niet doen?

Slide 24 - Open question

Leerdoel bereikt?
Kun je een luistertekst begrijpen
die visueel (beeld en ondertiteling)
ondersteund wordt?

A
Ja, appeltje eitje!
B
Het gaat steeds makkelijker!
C
Ik vind het nog erg lastig!
D
Ik zet bij Netflix spraak en ondertiteling op Duits

Slide 25 - Quiz