Begeleidende Vaardigheden P2 Les 5

Begeleidende Vaardigheden
Periode 2
Les 5


1 / 16
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Begeleidende Vaardigheden
Periode 2
Les 5


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ieder mens is uniek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het kan lastig zijn om hier mee om te gaan, wat kun je hier aan doen?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Video

vanaf 4.15 - 13.30
Het is belangrijk dat je jezelf kent: wat zijn jouw waarden, normen, voorkeuren, stereotypen, gevoeligheden en vooroordelen?

Schrijf op je post-it, van elk kenmerk 1.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wees je bewust dat deze niet hetzelfde hoeven zijn voor een ander. Als je je daarvan bewust bent, kun je voorkomen dat je jouw waarden, normen, voorkeuren, stereotypen, gevoeligheden en vooroordelen op de zorgvrager of je collega projecteert.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Je kunt jouw mensenkennis vergroten, hoe doe je dat denk je?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijkheid en identiteit
Iedereen ontwikkeld zijn persoonlijkheid en identiteit.

Persoonlijkheid wil zeggen zelfbeeld, normen en opvattingen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Als jij aan de term 'zelfbeeld' denkt waar denk jij dan aan?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Zelfbeeld:
Dik, dun, sterk, dom, slim, slordig enz. 
Zelfbeeld gaat over hoe je over jezelf denkt. 
Het gaat om de mate waarin je positief nadenkt over jezelf. Iedereen wordt geboren zonder zelfbeeld. 

Het begrip eigenwaarde hangt hiermee samen: hoe positiever je eigenwaarde hoe positiever het zelfbeeld en omgekeerd. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Identiteit
Identiteit ontstaat door sociaal milieu (ouders, opvoeders en vriendengroep)
Nationaliteit, geslacht, seksueel gerichtheid, religie en levensbeschouwing of handicap.




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

maken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Klaar?
Werk aan je ecogram 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions