Par 1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Par 1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland

Lezen 

Blz 11, het parlement wordt echt de baas in Nederland

Leerdoelen

- Je weet wat een parlementaire democratie is en hoe dit werkt.

- Je weet wie de regering vormen.

- Je kent de rol van Eerste en de Tweede Kamer.

- Je kunt uitleggen hoe een wet tot stand komt.

- Je kunt de Luxemburgse kwestie uitleggen.

- Je kunt de volgende begrippen herkennen en beschrijven parlement, Luxemburgse kwestie

- Je kent de volgende personen en weet hun rol in dit hoofdstuk: Willem III

Quiz

Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Wat is een constitutie?

1. Grondwet
2. Absoluut vorst
3. Een wetsvoorstel
4. Verkeersovertreding

Wanneer werd de grondwet gewijzigd?

1. 1840
2. 1844
3. 1848
4. 2020

Waaruit bestaat het parlement?

1. Eerste Kamer
2. Tweede Kamer en de koning
3. Eerste en Tweede Kamer
4. Eerste Kamer, Tweede Kamer en het Europees Parlement

Welke politieke stroming wil minder macht voor de koning?

1. Conservatieven
2. Liberalen
3. Confessionelen
4. Socialisten

Welke wijziging stond niet in de grondwet van 1848?

1. Ministers leggen verantwoording af aan de Kamer
2. Ministers zijn verantwoordelijk voor hun afdeling
3. De rijke mannen krijgen kiesrecht
4. Ministers leggen verantwoording af aan de koning

Mindmap

Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

1848

De grondwet van 1848 maakt Nederland een parlementaire democratie. 

Het parlement wordt gekozen door de burgers en heeft grote invloed op het bestuur. 

Parlementaire democratie

Het parlement ( Eerste en Tweede Kamer ) controleren de regering.

De regering bestaat uit de koning en de ministers. 

Eerst controleert de Tweede Kamer en daarna de Eerste Kamer. 

Tweede Kamer

De Tweede Kamer wordt 1 keer in de 4 jaar rechtstreeks gekozen door het Nederlandse volk.

150 zetels.

Eerste Kamer

De Eerste Kamer wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten.

Provinciale Staten worden gekozen door het Nederlandse volk.

75 zetels.

1849

Nederland krijgt een nieuwe koning: Willem III.

Willem III had moeite met het feit dat hij veel minder macht had. Hij wil regeren zoals Willem I.

Willem III is ook de koning van Luxemburg

Luxemburgse Kwestie

In 1867 probeerde Willem III om Luxemburg te verkopen aan Frankrijk voor 5 miljoen gulden.

Fransen wilden hun gebied dolgraag uitbreiden en machtiger worden.

Parlement werd hier in niet betrokken

Luxemburgse Kwestie

Pruisen is boos en wil niet dat Luxemburg naar Frankrijk gaat. Ze dreigen zelfs met oorlog. 

Uiteindelijk wordt Luxemburg onafhankelijk. 

Luxemburgse Kwestie

De Kamerleden konden Willem III niet aanpakken. 

De ministers werden aangepakt, maar weigerden op te stappen.

Willem III stuurde het parlement naar huis, dit recht had hij nog. Het nieuwe parlement was ook tegen het plan om Luxemburg te verkopen en weigerde dit uit te voeren.

De ministers stapten op en Willem III was zijn macht definitief kwijt.

Quiz

Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Wie was er vorst ten tijde van de Luxemburgse Kwestie?

1. Willem I
2. Willem II
3. Willem III
4. Wilhelmina

Welk land wilde Luxemburg kopen in 1867?

1. Duitsland
2. Frankrijk
3. Denemarken
4. Belgie

Hoeveel leden heeft de 2e kamer?

1. 100
2. 120
3. 130
4. 150

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Minister of 2e kamerlid dient wetsvoorstel in

De 2e kamer stemt over het wetsvoorstel

De 1e kamer stemt over het wetsvoorstel

De koning ondertekent de wet

Minister ondertekent de wet

Wie is er niet betrokken bij het maken van een wet?

1. Het parlement
2. De koning
3. De regering
4. De gemeenteraad

En nu?

Kalm aan..