This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Toneel in de renaissance
Slide 1 - Slide
Welke drie soorten toneel waren er in de renaissance?
Slide 2 - Mind map
Vos en Vondel hadden een soort conflict. Welk?
Slide 3 - Open question
Wie verdiende aan het toneel in de 17e eeuw?
A
de schrijver
B
de burgemeester
C
de wezen
D
de producer
Slide 4 - Quiz
Keulen , 17 november 1587
Amsterdam, 5 februari 1679
Slide 5 - Slide
Vondel: beroemd in zijn tijd!
Kunstopvatting: Kunst gaat over waarden en normen
Gevolg: veel opschudding en zelfs verbod op stukken
Hij was protestant, maar werd rooms-katholiek (1640)
Hij was kousenhandelaar en later had hij een baan bij de Amsterdamse Bank van Lening(de lommerd)-dan kon hij onder werktijd schrijven!
Slide 6 - Slide
gedoe
Johan van Oldenbarneveldt (1619) werd betiteld als landverrader
Vondel reageerde met Palamedes of vermoord onnooselheit, een allegorisch verhaal over de Trojaanse oorlog.
Hekelgedichten: Geuse Vesper en Het stockske
Slide 7 - Slide
De natuur baart de dichter, de kunst voedt hem op.
Je wordt met talent geboren en dat moet ontwikkeld worden door schrijfoefeningen en kennis vermeerdering.
Aenleidinghe ter Nederduitsche dichtkunste
emblemen, gedichten, liederen, toneelstukken en epos
Slide 8 - Slide
Hoeveel tragedies schreef Vondel. Hij vertaalde er acht!
Slide 9 - Open question
Gijsbrecht van Aemstel (1637)
opgedragen aan Hugo de Groot (humanist en rechtsgeleerde)
Openingstoneel van de Nieuwe Amsterdamse Schouwburg 3 januari 1638
Slide 10 - Slide
vertaalopdracht(5%)
Jullie krijgen een stuk van de Gijsbrecht van Aemstel en dat vertalen jullie samen. De week voor de kerst voeren we dit op in de klas.
Lees p. 19 Tips voor het lezen en hertalen van Vondels tekst
Om een hoog cijfer te halen moeten jullie met rijm en ritme vertalen, voor een nette voldoende vertalen jullie met goede taal en een onvoldoende wordt het als er weinig begrip voor de oorspronkelijke spreekt uit de vertaling.