This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
11.3 Zwangerschap
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
- Het 'Biologische momentje' van de dag...
- Leerdoelen
- Check vorige les via Socrative
- Uitleg 11.3
- Bespreken 'koffer opdracht'.
Slide 2 - Slide
Het 'biologische momentje' van de dag...
Meerlingen:
Tegelijk geboren kinderen van één ouderpaar, waaronder: Twee-eiige meerling, eeneiige meerling of Siamese meerling
Siamese tweeling: een eicel + een zaadcel. Bolletje niet helemaal goed gesplitst of ze zijn te dicht bij elkaar ingenesteld en weer gedeeltelijk vastgegroeid.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen:
Na deze les kun je:
Uitleggen wat er wordt bedoeld met de embryonale fase.
Uitleggen waarom de embryonale fase een hele kritieke en belangrijke fase is.
Uitleggen wat het verschil is tussen de embryonale en foetus fase.
Uitleggen wat de functie is van de vruchtvliezen en het vruchtwater.
Uitleggen wat de functies is van de placenta en hoe de placenta is opgebouwd.
Benoemen uit welke bloedvaten de navelstreng is opgebouwd.
Het verschil in transport van stoffen uitleggen tussen de navelstrengader en navelstrengslager.
Uitleggen in welke fasen een geboorte plaatsvindt.
Diverse vormen van meerlingen kunnen benoemen.
Slide 4 - Slide
Check vorige les
Ga naar: https://www.socrative.com/#login
Room name: BIOLOGIEHGM
Slide 5 - Slide
Nieuwe stof
Uitleg 11.3
Slide 6 - Slide
Steekwoorden vorige les 11.1
LH
FSH
Oestrogeen
Progesteron
Baarmoederslijmvlies
Menstruatie
Ovulatie
Geel lichaam
Follikel
Eicel
Steekwoorden vorige les 11.2
Bevruchting
Zygote
Klievingsdelingen
Embryonale stamcellen Innesteling
Zwangerschapshormoon (HCG) Kiemschijf
Vlokken Placenta
Slide 7 - Slide
Embryonale fase:
Embryo: moment van innesteling t/m 12e week. Zie bron 2 blz. 147!
In de embryonale fase wordt alles gevormd. Cruciale fase voor vorming organen, ledematen etc.
Foetus: groei/afronding, (vanaf 12e week). Zie blz. 148.
Placenta via navelstreng verbonden met embryo/foetus.
Vruchtwater + vruchtvliezen: bescherming tegen stoten en uitdroging.
Slide 8 - Slide
Embryo / foetus
Slide 9 - Slide
Hoeveel navelstrengslagaders en navelstrengaders zitten er in de navelstreng?
A
1 slagader en 1 ader
B
1 slagader en 2 aders
C
2 slagaders en 1 ader
D
2 slagaders en 2 aders
Slide 10 - Quiz
In de navelstreng zitten twee soorten bloedvaten: de navelstrengader en navelstrengslagader. Waar gaan de voedingsstoffen en zuurstof doorheen?
A
Navelstrengslagader
B
Navelstrengader
Slide 11 - Quiz
Navelstreng:
1 navelstrengader en 2 navelstrengslagaders.
LET OP! Verschil tussen O2 arm en rijk!
1 Navelstrengader: voedingsstoffen + O2 van moeder naar embryo/foetus.
2 Navelstrengslagaders: CO2 + afvalstoffen van embryo/foetus naar moeder.
LR bron 5 blz. 149!
Slide 12 - Slide
Wat is de functie van de placenta?
A
Voedingsstoffen en zuurstof naar de baby
B
Afvalstoffen vanaf de baby naar de moeder
C
Beide antwoorden zijn juist
D
Beide antwoorden zijn onjuist
Slide 13 - Quiz
Placenta:
Embryo/foetusbloedvaten liggen naast de bloedvaten van de moeder. Uitwisseling van stoffen kan zo plaatsvinden (O2, glucose, afvalstoffen etc.). Bloedvaten moeder en kind zitten dus niet aan elkaar vast gegroeid!
Placenta: tegenhouden schadelijke stoffen. LR bron 5 blz. 149! (behalve alcohol, medicijnen, drugs, nicotine en bepaalde ziektes).
Ductus Venosus: extra verbinding tussen navelstrengader (bij de lever) en de onderste holle ader. Gemengd bloed (O2-rijk met O2-arm)
Ovale venster: opening tussen rechter- en linkerboezem. Hart bevat gemengd bloed. Longwerking wordt zo gepasseerd. Na de geboorte: bloeddruk stijgt, klep ovale venster wordt dichtgedrukt. Groeit later dicht.
KK LR bron 8 blz. 150!
Slide 16 - Slide
Bloedsomloop baby vervolg:
Ductus botalli: (verbinding tussen longslagaders en aorta). Grootste deel bloed niet naar de longen. Na de geboorte: ductus botalli groeit dicht, al het bloed gaat nu naar de longen.
LR blz. 150 geheel + bron 9 blz. 151.
Geboorte – O2 via bloed navelstreng over naar O2 longen door zenuwstelsel (longen gaan werken).
Slide 17 - Slide
De geboorte van de placenta noemen we de...
A
Indalingsfase
B
Ontsluitingsfase
C
Uitdrijvingsfase
D
Nageboortefase
Slide 18 - Quiz
Geboorte:
(39 weken) zwangerschap.
Geboorte in meerdere fasen: 1. Indaling + Ontsluiting. 2. Uitdrijving.
Fase 3 is na de bevalling. 3. Nageboorte
LR bron 10, 11 en 12 blz. 152/153.
Slide 19 - Slide
Een gezin heeft twee tweelingen. -Tweeling A is een jongen en een meisje, - tweeling B zijn twee jongens.
Wat voor soort tweelingen zijn A en B?
A
Tweeling A is een-eiig,
Tweeling B is twee-eiig
B
Tweeling A is een-eiig
Tweeling B is een-eiig
C
Tweeling A is twee-eiig
Tweeling B is twee of een-eiig
D
Tweeling A is twee-eiig
Tweeling B is een-eiig
Slide 20 - Quiz
Meerlingen:
Meerling - tegelijk geboren kinderen van één ouderpaar, waaronder: - Eeneiige tweeling: genetisch gelijke tweeling. (1 eicel + 1 zaadcel. Klievingsdelingen te heftig, waardoor bolletje cellen is gescheurd en beide zich verder hebben ontwikkeld.) - Twee-eiige tweeling: genetisch ongelijke tweeling. (2 eicellen plus elk hun eigen zaadcel.)