Zoek de verwijswoorden en schrijf op waarnaar ze verwijzen.
Eva weet het niet en roept haar vader. Hij komt gelukkig snel aangelopen, maar ook hij heeft geen idee. "Neem die maar", zegt hij en wijst naar de shampoo voor blond haar. Hij pakt de shampoo en zegt: "Deze lijkt me echt prima voor jou". Vervolgens loopt hij weg en mompelt: "Zoveel shampoos, dat is toch niet normaal".