This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Thema 5 Ecologie
Basisstof 2
Populaties
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van cooperatie onderscheiden
Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven.
Slide 2 - Slide
Definitie populatie
Een verzameling individuen van één soort in een bepaald gebied die met elkaar kunnen voortplanten.
Relaties tussen soortgenoten gaan altijd om voedsel en/of voortplanting. Hierbij kan samengewerkt worden (coöperatie) of zijn de individuen concurrenten.
Een territorium is een gebied wat verdedigt wordt tegen (vaak) andere soortgenoten of vormen van dreiging
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten
Slide 7 - Slide
Parasitisme
Slide 8 - Slide
Commensalisme: Boomalg
Gast heeft voordeel - gastheer heeft geen voordeel of nadeel
Slide 9 - Slide
Mutualisme is een vorm van symbiose, waarbij allebei de soorten voordeel hebben van de relatie.
Slide 10 - Slide
Mutualisme: Korstmos. Alg produceert organische voedingsstoffen, schimmel neemt water en anorganische stoffen op.
Slide 11 - Slide
0
Slide 12 - Video
Veranderingen in populatiedichtheid
Vaak ontstaat er een dynamisch evenwicht als de populatiedichtheid om een bepaalde waarde blijft schommelen. Dit is een vorm van zelfregulatie binnen een ecosysteem.
Slide 13 - Slide
Dynamische populatiedichtheid
Factoren die populatiedichtheid beïnvloeden
Dichtheidsafhankelijke factoren leiden tot zelfregulatie in een ecosysteem
Slide 14 - Slide
Veranderingen in populatiedichtheid
Dichtheidsonafhankelijke factoren zijn bijvoorbeeld een strenge vorst of een bosbrand. (niet afhankelijk van of de populatie dicht op elkaar zit of niet)
Het is natuurlijk ook mogelijk dat een gunstig klimaat zorgt voor een enorme toename van individuen binnen de populatie
Bijensterfte ten gevolge van strenge vorst
Sprinkhanenplaag door gunstige omstandigheden
Slide 15 - Slide
Populatiegrootte
Dichtheidsafhankelijke en dichtheidsonafhankelijke factoren beïnvloeden geboortecijfer, sterftecijfer en migratie binnen populatie
Slide 16 - Slide
Draagkracht van een ecosysteem =
De maximale populatiegrootte die over een langere tijd in dat ecosysteem kunnen worden gehandhaafd.
Slide 17 - Slide
relatie populatiegrootte - draagkracht
populatiegrootte boven draagkracht (bv. voedsel) leidt tot hoger sterftecijfer (onder kwetsbare dieren) óf lager geboortecijfer (vb. van zelfregulatie)
Slide 18 - Slide
Exponentiele groei
Geen beperkende factoren
Vaak verrassend
Geeft J-curve
bv:
Epidemie (ebola, corona)
Invasieve exoten
Slide 19 - Slide
Je krijgt een J-curve bij exponentiële groei en een S-curve bij een begrensde groei.
Slide 20 - Slide
Populatiegroei J-curve
Overschrijding van de draagkracht en herstel
De dikke rode lijn is de exponetiële groei.
Mogelijke scenario's:
Lijn 1: Herstel tot de aanvankelijke draagkracht van het ecosysteem (bron is snel aangevuld)
Lijn 2: Herstel naar een nieuwe, lagere draagkracht (de bron is deels uitgeput).
Lijn 3: Geen herstel, bron is op
Slide 21 - Slide
fasen
Exponentiele groei (J-curve)
Stabilisatie (S-curve)
biologisch evenwicht
In welke fase zit de menselijke populatie?
Slide 22 - Slide
Populatiegroei
J-curve: exponentiële groei, invasieve exoten met onbeperkte hulpbronnen
Draagkracht
s-curve: schommelingen rond biologisch evenwicht
Deze grafieken moet je kunnen uitleggen: wat gebeurt er?
Slide 23 - Slide
Leerdoelen
Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van cooperatie onderscheiden
Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven.