4.2 De vrouw - menstruatiecyclus

Menstruatie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Menstruatie

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat ovulatie en menstruatie is en kan je aangeven wanneer deze plaatsvinden in de menstruatiecyclus

Slide 2 - Slide

Planning
  1. Herhaling vorige les
  2. Uitleg menstruatie + hormonen
  3. Huiswerk
  4. Afsluiting met LessonUp

Slide 3 - Slide

Baarmoeder
Vagina
Eierstok
Trechter
Eileider
Clitoris

Slide 4 - Drag question

Waar rijpen de eicellen?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 5 - Quiz

Waar vindt de innesteling plaats?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 6 - Quiz

Waar vindt bevruchting plaats?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 7 - Quiz

ovulatie/eisprong

Slide 8 - Slide

Ovulatie = eisprong

Slide 9 - Slide

Wat weet je over
de menstruatie?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Video

Menstruatie
  • Een deel van het baarmoederslijmvlies laat los
  • Spieren rondom de baarmoederwand trekken samen --> buikpijn en spierpijn
  • Door hormonen kan ook je humeur veranderen

Slide 12 - Slide

Maandverband, tampons en menstruatiecup
  • Worden gebruikt om de resten van het baarmoederslijmvlies en bloed op te vangen
  • Regelmatig vervangen! 

Slide 13 - Slide

Menstruatiecyclus

Slide 14 - Slide

Menstruatie en hormonen
De hormonen die hier betrokkenen zijn oestrogeen en progestron
Oestrogeen heeft drie effecten:
1- er gaan geen andere eicellen meer rijpen
2- het baarmoederslijvlies wordt dikker 
3- als er veel oestsrogeen in het bloed zit, geeft de hypofyse ee seintje voor de ovulatie.
progestron stimuleert verdere groei en doorbloeding van het baarmoederslijmvlies

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 17 - Quiz

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken
D
Om de ovulatie mogelijk te maken

Slide 18 - Quiz

Waarom is een meisje ongeveer 5 dagen per 4 weken vruchtbaar?
A
Een eicel blijft 5 dagen in leven
B
Een zaadcel blijft 5 dagen leven
C
Een ovulatie duurt gemiddeld 5 dagen
D
Een menstruatie duurt gemiddeld 5 dagen

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Aan de slag
  1. Maak de test jezelf van bs 2
  2.  Opdrachten maken
  • Onvoldoende → maak opdr. 3, 6, 7 en 9
  • Voldoende → maak opdr. 6, 7, 9

Slide 22 - Slide

Bij de ovulatie
A
laat het baarmoederslijmvlies los
B
laat de baarmoeder los
C
komt een eicel vrij uit de eierstok
D
komt een zaadcel bij de eierstok

Slide 23 - Quiz

Wat bepaalt het begin van de menstruatiecyclus?
A
Bloedverlies uit vagina
B
De eisprong.
C
Dikker worden baarmoederslijmvlies
D
Er is geen beginpunt.

Slide 24 - Quiz

Tijdens de menstruatiecyclus verandert de slijmlaag aan de binnenkant van de baarmoeder.
Hier zie je drie keer de doorsnede van een baarmoeder afgebeeld.

Bij welk moment van de menstruatiecyclus hoort de doorsnede?
Tijdens de menstruatie
Kort na de menstruatie
Tijdens de ovulatie

Slide 25 - Drag question

Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit:




a. Terwijl een eicel rijpt, wordt het _____________ steeds dikker.

b. Dan vindt de  _____________ plaats.

c. De  _____________ sterft als hij niet bevrucht wordt.

d. Dan breekt het  _____________ af.

e. Dat heet  _____________ of  _____________

De hele periode van de ene menstruatie tot de volgende menstruatie heet:  ________
baarmoederslijmvlies
eisprong
eicel
baarmoederslijmvlies
menstruatie
ongesteld
menstruatiecyclus


Slide 26 - Drag question

Aan het eind van de les kun je uitleggen wat ovulatie en menstruatie is en kan je aangeven wanneer deze plaatsvinden in de menstruatiecyclus.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll