This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
Wat is het meervoud van tuinkers?
A
tuinkersen
B
tuinkerzen
Slide 1 - Quiz
meervouden
Slide 2 - Slide
weet je nog?
Tijdens de vorige les hebben we het gehad over meervouden:
- meervouden op -en
meervouden op -s of -'s
Slide 3 - Slide
Wat is het meervoud van gameboy?
A
gameboy's
B
gameboys
Slide 4 - Quiz
Wat is het meervoud van schoenendoos?
A
schoenendoozen
B
schoenendozen
Slide 5 - Quiz
Wat is het meervoud van idee?
A
ideën
B
ideeën
Slide 6 - Quiz
Wat is het meervoud van abonnee?
A
abonnee's
B
abonnees
Slide 7 - Quiz
Wat is het meervoud van olie?
A
oliën
B
olieën
Slide 8 - Quiz
Wat is het meervoud van pot?
A
potten
B
poten
Slide 9 - Quiz
Kijk eens naar dit gedichtje:
Het meervoud van slot is sloten.
maar toch is het meervoud van pot geen poten.
Evenzo zegt men altijd: één vat en twee vaten,
Maar zal men zeggen: één kat en twee katen?
Slide 10 - Slide
Wat viel je op aan het gedicht?
Slide 11 - Open question
Wat valt op aan het gedichtje?
Het meervoud van pot is potten, maar het meervoud van slot is sloten.
Het meervoud van kat is katten en het meervoud van vat is vaten
Slide 12 - Slide
wat denk jij dat de reden is waarom bij deze woorden geen dubbele medeklinker komt?
Slide 13 - Open question
regel?
Slide 14 - Slide
Voor de volgende les
-ga op zoek naar minimaal 5 woorden (niet de woorden die je hier in de les hebt gehad) waarbij in het meervoud geen verdubbeling van de medeklinker wordt geschreven.
- maak een soortgelijk gedichtje met jouw gevonden woorden