Een bosje wortelen printen

• Nederlands
• Nask / Techniek
• +2
• Middelbare school
• vmbo lwoo, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Een bosje wortelen printen

Introductie

Steeds meer worden 3D-printers ook ingezet op het gebied van voedsel. Nu is een groep studenten geslaagd in het printen van wortels. Het roept de vraag op of ons eten in de toekomst een natuurproduct blijft of fabriekswaar gaat worden.

Leg aan de leerlingen uit wat het leerdoel is van deze les en wat ze aan het einde moeten kunnen begrijpen en uitleggen.

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan je voorbeelden geven van oplossingen voor voedselzekerheid en vertellen welke rol 3D-printen hierbij kan spelen. 

Leg aan de leerlingen uit wat het leerdoel is van deze les en wat ze aan het einde moeten kunnen begrijpen en uitleggen.

Wat weet je al over 3D printen?

Bron

RTL Nieuws   Van wortelcellen naar wortel: met deze 3D-printer bevechten Qatarese studenten voedselonzekerheid

Deel de bron met de leerlingen, zodat ze extra informatie kunnen lezen over Halloween.

Woordenschat

voedselzekerheid, UV-licht, energie-intensief, gentechnologie, biotechnologie, innovatie

Leer de leerlingen de betekenis van de moeilijke woorden die ze tegenkomen in de bron.

Vragen

1. Wat hebben twee studenten uit Qatar uitgevonden?

2. Waarom is hun uitvinding belangrijk voor landen met een tekort aan landbouwgrond?

3. Wat is het probleem waar Qatar mee kampt in verband met voedselvoorziening?

4. Hoe lossen Mohammad en Lujain dit probleem op?

Stel de vragen aan de leerlingen en bespreek de antwoorden samen. Dit zorgt voor interactie en begrip van het onderwerp.

Vragen

5. Hoe verschilt hun methode van groenteprinten met de Nederlandse methode?

6. Hoe worden de groenten in Nederland geprint en waarvoor is dit bedoeld?

7. Wat maakt de 3D-printer van Mohammad en Lujain anders dan andere 3D-printers?

8. Hoe komen de wortels van Mohammad en Lujain tot stand?

Stel de vragen aan de leerlingen en bespreek de antwoorden samen. Dit zorgt voor interactie en begrip van het onderwerp.

Vragen

9. Waarom denkt Pieter Debrauwer dat de methode van Mohammad en Lujain niet overal toegepast zal worden?

10. Waarom wordt de Nederlandse methode van groenteprinten als efficiënter beschouwd?

Stel de vragen aan de leerlingen en bespreek de antwoorden samen. Dit zorgt voor interactie en begrip van het onderwerp.

Opdracht 1 - Poster

Ontwerp een poster die de voordelen van 3D-geprint voedsel illustreert en de problemen met traditionele landbouw benadrukt.

Leg aan de leerlingen uit wat ze moeten doen voor de eerste opdracht en geef eventueel een voorbeeldverhaal met emoji's.

Opdracht 2 - Kruiswoordpuzzel

Bedenk een kruiswoordpuzzel waarin je woorden en begrippen uit de tekst gebruikt. Geef van die woorden en begrippen een cryptische omschrijving waarmee men de puzzel moet oplossen. 

Geef uitleg over wat een haiku is en hoe ze er een kunnen schrijven. Geef een voorbeeld van een haiku over Halloween.

Opdracht 3 - Acroniem

Vat de tekst samen in de vorm van een acroniem. Hierbij vormen de beginletters een woord. Denk aan het Wilhelmus, waarbij de eerste letter van de coupletten de naam Willem van Nassov vormen. Zorg dat het woord van jouw acroniem goed bij de tekst past. Bepaal zelf of de regels bestaan uit een woord of een zin.

Leg uit wat een meme is en hoe ze er een kunnen maken met behulp van online tools. Moedig de leerlingen aan om hun memes te delen met elkaar.

Opdracht 4 - Ready made

In deze tekst over kant-en-klare wortels staat vast ook een kant-en-klare dichtregel. Bij een ready made maak je poëzie met bestaande tekst. Zoek een mooie zin op in de tekst en mask daar door de zinnen op te breken een klein gedicht van. Je mag woorden in het gedicht benadrukken door ze een ander lettertype of andere lettergrootte te geven. 

Laat de leerlingen creatief denken en vragen bedenken die ze zouden stellen aan iemand die Halloween viert. Bespreek de antwoorden samen.

Opdracht 5 - Verhaal

Geef de kern van de tekst weer in de vorm van een kort verhaal waarin de hoofdpersoon de printer of de wortel is. Gebruik naar keuze de ik- of de hij/zij-vorm in je verhaal.

Laat de leerlingen samenwerken en hun eigen woordenboek maken. Moedig hen aan om ook afbeeldingen toe te voegen om de betekenissen te verduidelijken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.