bio les 5 thema 5 B4

Welkom
Wat gaan we deze les doen?

-Kijken of de stof van vorige les is begrepen. 
-Uitleg leerdoelen deze les.
-Opdrachten maken.
-Afsluiten met wat vragen.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
Wat gaan we deze les doen?

-Kijken of de stof van vorige les is begrepen. 
-Uitleg leerdoelen deze les.
-Opdrachten maken.
-Afsluiten met wat vragen.

Slide 1 - Slide

Welke vragen waren lastig?
Er viel niet echt 1 vraag op en het was vrij goed gemaakt, dus geen klassikale bespreking.
Heb je een vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig?  Vraag me dan straks om uitleg via de chat.

Even kijken wat jullie nog weten. 

Slide 2 - Slide

Als je bijziend bent heb je dan een + of - bril nodig?
A
+
B
-

Slide 3 - Quiz

Geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Bibi heeft blauwe ogen.
Welk onderdeel van de ogen zorgt ervoor dat Bibi blauwe ogen heeft?

A
De iris.
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het hoornvlies

Slide 5 - Quiz

Welke van deze delen kunnen het netvlies tegen te fel licht beschermen?
A
De iris en de oogleden met wimpers
B
De lens en de oogleden met wimpers
C
Het hoornvlies en de iris
D
Het hoornvlies en de lens

Slide 6 - Quiz

Het oog kan de lens niet boller krijgen, dus de persoon ziet een object dichtbij niet scherp... Hoe nomen we dit?
A
Een lui oog
B
Een dun oog
C
Een bijziend oog
D
Een verziend oog

Slide 7 - Quiz

Welk onderdeel van het oog komt een lichtstraal het eerst tegen als deze het oog in 'valt'?
A
Pupil
B
Lens
C
Hoornvlies
D
Netvlies

Slide 8 - Quiz

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 9 - Quiz

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 10 - Quiz

In welk deel van het oor worden prikkels omgezet in impulsen?
A
Trommelvlies
B
Gehoorzenuw
C
Slakkenhuis
D
Gehoorbeentjes

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen deze les.
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.

Slide 12 - Slide

-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
De bouw van het zenuwstelsel
  • Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg.

  • Zenuwen:
    Verbinden CZ met alle lichaamsdelen.

Slide 13 - Slide

-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
De werking van het zenuwstelsel
  • Impulsen worden naar de hersenen geleid.
  • Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel.
  • Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren.
    (Klier maakt bepaalde stoffen, denk bijvoorbeeld aan speeksel)

Uitleg bij het plaatje.

Slide 14 - Slide

-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen

  • Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam en uitlopers

Slide 15 - Slide

-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Zenuwcellen
  • Cellichaam: celkern, ligt in of vlakbij CZ
  • Uitlopers geleiden impulsen van of naar cellichaam
  • Uitlopers kunnen heel lang zijn!

Slide 16 - Slide

-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Zenuwen
Uitlopers liggen samen in een zenuw met een dun laagje tussen de uitlopers (isolatie)

Om de uitlopers nog een stevige laag voor de bescherming.
Denk maar aan een telefoondraad.


Slide 17 - Slide

-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Zenuwen
  • Delen van hoofd en hals zijn direct verbonden met de hersenen.
  • Romp en ledematen zijn door zenuwen in het ruggenmerg verbonden met de hersenen.
  • Ruggenmerg is omgeven door wervels.

Ruggenmerg en hersenen horen bij het centrale zenuwstelsel.

Slide 18 - Slide

-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
De weg die impulsen afleggen
  • Zenuwen kunnen wel een meter lang zijn.
  • Impulsen worden heel snel voort geleid.

Slide 19 - Slide

-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Bewuste reactie:
  • Impuls gaat eerst naar je hersenen, je wordt je bewust en je reageert.

Volgende les de reflex.

Slide 20 - Slide

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
-Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van thema 5 basisstof 4
-Te maken: Basisstof 4 opdr 1 t/m 6 (vwo 1 t/m 9)
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Te oefenen met de flitskaarten.
-De test jezelf te maken.
-De filmpjes aan het eind van deze lessonup te bekijken.
Laatste 10 minuten doen we klassikaal een afsluiting met wat vragen en extra uitleg. 
Zorg dat dit volgende les af is.

Slide 21 - Slide

Afsluiting.
Een paar (4) vragen ter afsluiting en dan nog wat dia's met extra informatie.

Slide 22 - Slide

Als je bewusteloos bent, verwerken je grote hersenen impulsen
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Prikkels worden in zintuigen omgezet in impulsen
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Zet in meest logische volgorde:
-impuls -prikkel -zintuig -hersenen-impuls -reactie
A
-prikkel-impuls-reactie-impuls-zintuig-hersenen
B
-impuls-hersenen-zintuig-prikkel-impuls-reactie
C
-zintuig-impuls-impuls-hersenen-prikkel-reactie
D
-prikkel-zintuig-impuls-hersenen-impuls-reactie

Slide 25 - Quiz

Hoe noem je de hersenen en het ruggenmerg samen?
A
Algemeen zenuwstelsel
B
Vitaal zenuwstesel
C
zenuwstelsel
D
Centraal zenuwstelsel

Slide 26 - Quiz

Extra uitleg.
De volgende dia's bevatten filmpjes met extra informatie over het zenuwstelsel. 
Je kunt ze gebruiken als iets nog niet duidelijk is of je wilt het nog eens op een andere wijze horen en zien.
Verder kun je goed oefenen met deze link: 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Tot de volgende keer.

Blijf gezond, let op elkaar en hou je schoolwerk bij.

Je kunt de vergadering (teams) nu verlaten.

Slide 31 - Slide