This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Ontdek de Griekse goden!
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verschillende Griekse goden benoemen en weet je waar ze voor staan.
Slide 2 - Slide
Dit leerdoel moet aan het begin van de les worden besproken om de leerlingen te informeren over wat ze zullen leren.
Wat weet je al over Griekse goden?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Slide 1: Inleiding
Welkom bij de les over Griekse goden! Vandaag gaan we de belangrijkste goden leren en ontdekken waar ze voor staan.
Slide 4 - Slide
Deze slide dient als introductie van de les en om de interesse van de leerlingen te wekken.
Slide 2: Zeus
Zeus is de oppergod van de Griekse mythologie en heerst over de hemel en de aarde.
Slide 5 - Slide
Toon een afbeelding van Zeus en vraag de leerlingen om aandachtig te luisteren naar de beschrijving.
Slide 3: Hera
Hera is de godin van huwelijk en geboorte en is de vrouw van Zeus.
Slide 6 - Slide
Toon een afbeelding van Hera en vraag de leerlingen wat ze denken dat haar rol is in de Griekse mythologie.
Slide 4: Poseidon
Poseidon is de god van de zee en aardbevingen, en heerst over alle wateren.
Slide 7 - Slide
Toon een afbeelding van Poseidon en vraag de leerlingen wat voor soort krachten hij zou kunnen hebben.
Slide 5: Athena
Athena is de godin van wijsheid, oorlog en kunst en wordt vaak afgebeeld met een uil.
Slide 8 - Slide
Toon een afbeelding van Athena en vraag de leerlingen waarom ze wordt geassocieerd met wijsheid.
Slide 6: Apollo
Apollo is de god van muziek, poëzie, kunst, zon en geneeskunde.
Slide 9 - Slide
Toon een afbeelding van Apollo en vraag de leerlingen welke van zijn eigenschappen ze het meest interessant vinden.
Slide 7: Aphrodite
Aphrodite is de godin van liefde, schoonheid en vruchtbaarheid.
Slide 10 - Slide
Toon een afbeelding van Aphrodite en vraag de leerlingen wat ze denken dat haar belangrijkste attributen zijn.
Slide 8: Hermes
Hermes is de god van handel, reizen, dieven en boodschapper van de goden.
Slide 11 - Slide
Toon een afbeelding van Hermes en vraag de leerlingen waarom hij geassocieerd wordt met handel en reizen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.