Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H4 Klimaatverandering
Slide 1 - Slide
Beschrijf het verschil tussen weer en klimaat
Slide 2 - Open question
Klimaat: Het gemiddelde weer over langere periode (30 jaar) op
Slide 3 - Slide
Klimaatverandering is een
A
Feit
B
Mening
Slide 4 - Quiz
Klimaatverandering van alle tijden
A
Klopt
B
Onzin
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Klimaatverandering: Sleep het gevolg naar de verwachte temperatuurstoename
Slide 8 - Drag question
Wat denk je van de volgende stellingen? (geen goed antwoord)
Eens
Oneens
Klimaatverandering is een probleem van de toekomst
In Nederland merken we niks van klimaatverandering
Andere landen hebben meer last van klimaatverandering. Zij moeten het dan ook oplossen.
Ik hoef klimaatverandering niet op te lossen. De overheid moet dat doen.
Slide 9 - Drag question
Het verbruik van fossiele brandstoffen en klimaatverandering hangen met elkaar samen. Lees de volgende zinnen. Sleep de zinnen in de juiste volgorde van oorzaak (1) en gevolgen (2, 3, 4).
1
2
3
4
De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt.
Steenkool wordt gewonnen, getransporteerd en verbruikt.
Gletsjerijs smelt.
Het CO2-gehalte in de atmosfeer stijgt.
Slide 10 - Drag question
Hoe heet de deken rondom de aarde
A
Broeikas
B
Ikea
C
Stratosfeer
D
Atmosfeer
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Een belangrijke oorzaak voor de huidige klimaatverandering is .......
A
Versterkte broeikaseffect
B
Broeikaseffect
C
Hitte op aarde
D
er niet
Slide 13 - Quiz
Natuurlijke oorzaken
de activiteit van de zon
de toename van broeikasgassen in de lucht
vulkaanuitbarstingen
meteorietinslagen
Maar door menselijk toedoen is het in de afgelopen 130 jaar 0,9 °C warmer geworden op aarde. De zeespiegel is sinds die tijd met 20 centimeter gestegen.
Slide 14 - Slide
Systeem aarde
Slide 15 - Slide
Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Wat zijn allemaal broeikasgassen?
A
CO2, methaan, waterdamp
B
CO2, waterdamp, zuurstof
C
CO2, zuurstof, H2O
D
Methaan, stikstof, zuurstof
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Welk voordeel hebben broeikasgassen...
A
Zonder broeikasgassen zou het veel te heet op aarde zijn om te leven
B
Zonder broeikasgassen zou het veel te koud op aarde zijn om te leven
C
Broeikasgassen geen voordelen.
Slide 20 - Quiz
Door klimaatverandering wordt de neerslag hoeveelheid in Nederland:
A
regelmatiger
B
groter
C
kleiner
D
onregelmatiger
Slide 21 - Quiz
Welke stof (naast CO2) versterkt de klimaatverandering?
A
Zuurstof
B
Ozon
C
Waterstof
D
Methaan
Slide 22 - Quiz
De gletsjers smelten sneller door de klimaatverandering. Stijgt hierdoor de zeespiegel?
A
Nee
B
Ja
Slide 23 - Quiz
Welk land heeft de grootste uitstoot van broeikasgassen in de wereld?
A
VS
B
India
C
China
D
Rusland
Slide 24 - Quiz
Hoe warm/koud zou het zijn als er geen broeikasgassen waren?