4.3 - A - Griekse goden en wetenschappers

4.3 - A - Griekse goden 
en wetenschappers
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.3 - A - Griekse goden 
en wetenschappers

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen
  • Godenverering 
  • Griekse mythen
  • Griekse goden
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt verschillende goden en godinnen noemen uit de Griekse mythologie.

Slide 3 - Slide

Godenverering 
  • Tekens van de goden: onweersbui. 

  • Orakels werden geraadpleegd om tekens goden te vertalen. 

  • Orakel: heiligdom van waaruit een priester een voorspelling deed. 

  • Het Orakel van Delphi. 

Slide 4 - Slide

Griekse mythen
  • Mythen: verhalen over goden. Mythen hadden altijd een boodschap. 

  • Griekse mythologie: alle godenverhalen bij elkaar.

  • Verhalen werden generatie op generatie doorverteld. 

  • Veel verhalen komen uit de Myceense beschaving. 

Slide 5 - Slide


Zeus

  • God van de donder
  • Oppergod
  • Afgebeeld met bliksemschicht
  • Getrouwd met Hera, maar ging regelmatig vreemd!

Slide 6 - Slide


Hera

  • Godin van het huwelijk
  • Getrouwd met Zeus, maar dit was geen gelukkig huwelijk
  • Afgebeeld met pauw of staf
  • Behalve zijn vrouw, ook zijn zus

Slide 7 - Slide


Hades

  • God van de onderwereld
  • Broer van Zeus
  • Getrouwd met zijn nicht Persifone
  • Zijn driekoppige hellehond Kerberos bewaakte de onderwereld

Slide 8 - Slide


Afrodite

  • Godin van de liefde en de schoonheid
  • Dochter van Zeus
  • Afgebeeld met schelp of dolfijnen
  • Haar zoon heet Eros (Amor, Cupido)

Slide 9 - Slide


Poseidon

  • God van de zee
  • Broer van Zeus
  • Herkenbaar aan zijn drietand

Slide 10 - Slide

Samenvatten
  • Gezamenlijk lezen 'Goden en mythen'.

  • Neem een arceerstift. Arceer nu de zinnen die passen bij dit leerdoel: Je kunt verschillende goden en godinnen noemen uit de Griekse mythologie. 

Slide 11 - Slide


Daedulus en Icarus

  • Om te ontsnappen uit gevangenschap ontwierpen Daedulus en Icarus vleuges van veren en bijenwas. 
  • Daedulus waarschuwt Icarus: 'vlieg niet te hoog, vlieg niet te laag'. 
  • Toen Icarus eenmaal vloog werd hij wild van vreugde  en wilde naar de zon toe vliegen.
  • Zijn vleugels smolten en Icarus verdronk in zee. 

Slide 12 - Slide


Midas

  • Koning Midas kreeg bezoek van de leraar van de God Dionysos.
  • Voor zijn gastvrijheid werd Midas beloond met een wens.
  • Midas wilde dat alles wat hij aanraakte veranderde in goud.
  • Naast zijn rozen veranderde ook zijn eten en zijn dochter in goud.
  • Midas stierf binnen twee dagen van honger en dorst. 

Slide 13 - Slide


  • Narcissus was de mooiste man, iedereen werd op slag verliefd op hem. 
  • De nimf Echo toont haar liefde aan Narcissus, hij wijst haar onbeschoft af. 
  • Wraakgodin Nemesis geeft Narcissus zoveel dorst dat hij naar het meertje moet om te drinken.
  • Daar ziet hij zijn spiegelbeeld en wordt verliefd, maar als hij zichzelf bijna wil aanraken verdwijnt het spiegelbeeld. Narcissus sterft van verdriet. 
Narcissus

Slide 14 - Slide