1.
Bepaalde lidwoordender=mannelijk die=vrouwelijk das=onzijdig
2. Werkwoorden
spielen heißen sein
ich spiele heiße bin
du spielst heißt bist
er/sie/es spielt heißt ist
3. Hoofdletters
Namen (van mensen, dieren en aardrijkskundig), begin van de zin, zelfstandig naamwoorden (dus waar der, die of das voor staat)