Quamquam sevēra illīc matrimōnia (sunt) nec ullam mōrum partem măgis laudāveris.
VERTALING: En toch zijn de huwelijken daar streng, en geen enkel onderdeel van hun zeden zou men meer kunnen prijzen.
Slide 5 - Slide
Tac., GERM., 18
Nam prŏpe sōli barbarōrum síngulis uxōribus conténti sunt, excéptis ádmodum paucis, qui nōn libīdine, sed ob
nobilitātem plūrimis núptiis ambiúntur.
Want bijna als enigen van de barbaren zijn ze elk met één echtgenote tevreden, uitgenomen zeer weinigen, die niet uit wellust, maar wegens hun adel met heel veel huwelijksaanzoeken benaderd worden.
Slide 6 - Slide
Wat is de functie van soli (R. 2)?
Slide 7 - Open question
Tac., GERM., 18
Dōtem nōn uxor marīto, sed uxōri marītus offert.
VERTALING: Een huwelijksgift geeft de vrouw niet aan de man, maar de man aan de vrouw.
Slide 8 - Slide
Tac., GERM., 18
Intérsunt paréntes et propínqui ac mūnera prŏbant
VERTALING: Aanwezig zijn de ouders en verwanten en ze keuren de geschenken.
Slide 9 - Slide
Tac., GERM., 18
mūnera nōn ad delĭcias mulĭebresquaesīta (sunt) nec quĭbus nŏva nupta comātur
De vraag "waartoe" bij quaesita wordt op twee manieren beantwoord
door een voorzetselgroep: ad + acc.
door een betrekkelijke bijzin
Slide 10 - Slide
Tac., GERM., 18
mūnera nōn ad delĭcias mulĭebres quaesīta (sunt) nec quĭbus nŏva nupta comātur
comatur: conj. praesens. => drukt het doel uit
comatur: passief => drukt de reflexieve betekenis van het werkwoord uit: de nieuwe bruid tooit zich
muliebres < mulier
Slide 11 - Slide
Tac., GERM., 18
mūnera nōn ad delĭcias mulĭebres quaesīta (sunt) nec quĭbus nŏva nupta comātur
VLOTTE VERTALING: De geschenken zijn niet uitgezocht voor de genietingen van de vrouw noch om hiermee de nieuwe bruid te tooien
Slide 12 - Slide
Tac., GERM., 18
mūnera nōn ad delĭcias mulĭebres quaesīta (sunt) nec quĭbus nŏva nupta comātur, sed bŏves et frenātum ĕquum et
scūtum cum frămea gladiōque.
VLOTTE VERTALING: maar (het zijn) ossen en een getoomd paard en een schild met speer en zwaard.
Slide 13 - Slide
Tacitus als stilist (p. 62)
Uitweiding over Germaans huwelijk = laudatio
"laudaveris" geeft dit letterlijk aan
Slide 14 - Slide
Tacitus als stilist (p. 62)
Vraag 1
Tweeledigheid = sierlijke, rustig betogende manier van spreken
Drieledigheid = bevlogen redenaar
Slide 15 - Slide
a. Waar gebruikt Tacitus in het gelezen fragment drieledigheid?
Slide 16 - Open question
Tacitus als stilist (p. 62)
Vraag 1 a: Drieledigheid = bevlogen redenaar
intrede: boves et frenatum equum et scutum … (met climax)
Waarom geraakt Tacitus hier bevlogen?
Slide 17 - Slide
Tacitus als stilist (p. 62)
Vraag 1 b: Haal uit de tekst 2 voorbeelden van een herhaling
Slide 18 - Slide
Vraag 1 b: Haal uit de tekst 2 voorbeelden van een herhaling
Slide 19 - Open question
Tacitus als stilist (p. 62)
Vraag 1 b: Haal uit de tekst 2 voorbeelden van een herhaling
uxor marito sed uxori maritus
munera probant, munera …
Slide 20 - Slide
Rituelen bij een Germaans huwelijk
(Tac., GERM., 18, r. 11-20)
Benodigdheden voor de liveles
- micro zodat je kan antwoorden op vragen
- meld je aan bij deze les via onderstaande code
- handboek op p. 60
- neem er de voorbereiding bij
- notitieblad
Slide 21 - Slide
Tac., GERM., 18
In haec mūnera uxor accĭpitur atque in vĭcem ipsa armōrum ăliquid vĭro adfert:
VERTALING: In ruil voor deze geschenken wordt de echtgenote ontvangen en op haar beurt brengt zij de man iets van wapens:
Slide 22 - Slide
Tac., GERM., 18
hŏc máximum vínculum, haec arcāna săcra, hōs coniugāles deos arbitrántur.
hoc, haec & hos: LV
vinculum, sacra, deos: BVG
omgekeerde congruentie: LV neemt naamval, geslacht en getal over van BVG
Slide 23 - Slide
hŏc máximum vínculum, haec arcāna săcra, hōs coniugāles deos arbitrántur. Wie is hier het onderwerp?
A
De vrouwen
B
De mannen
C
De Germanen
D
De Germaanse goden
Slide 24 - Quiz
Tac., GERM., 18
hŏc máximum vínculum, haec arcāna săcra, hōs coniugāles deos arbitrántur.
VERTALING: dat vinden zij de grootste band, dat de heilige rituelen, dat de goden van het huwelijk.
Slide 25 - Slide
Tac., GERM., 18
Nē se mŭlier extra virtūtum cogitatiōnes extrāque bellōrum căsūs pŭtet
VERTALING: Opdat de vrouw niet meent dat ze buiten gedachten aan moedige daden en buiten de wisselvalligheden van oorlogen staat
Slide 26 - Slide
Tac., GERM., 18
, ipsis incipiéntis matrimōnii auspĭciis admonētur venīre se labōrum periculorúmque sŏciam, ĭdem in pāce, ĭdem in proélio passūram ausurámque.
Naamval incipientis?
Slide 27 - Slide
Wat is de naamval van incipientis?
A
genitief
B
ablatief
C
datief
Slide 28 - Quiz
Tac., GERM., 18
, ipsis incipiéntis matrimōnii auspĭciis admonētur venīre se labōrum periculorúmque sŏciam, ĭdem in pāce, ĭdem in proélio passūram ausurámque.
Naamval incipientis: genitief
Omgekeerde dominantie: grammaticaal hoort incipientis bij matrimonii, inhoudelijk is het omgekeerd
pleonasme
Slide 29 - Slide
Tac., GERM., 18
, ipsis incipiéntis matrimōnii auspĭciis admonētur venīre se labōrum periculorúmque sŏciam, ĭdem in pāce, ĭdem in proélio passūram ausurámque.
VERTALING: , wordt ze er precies in de inleidende ceremonies van het beginnende huwelijk op gewezen dat ze komt als gezellin in moeite en gevaren, om hetzelfde in vrede (en) hetzelfde in oorlog te ondergaan en te wagen.
Slide 30 - Slide
Tac., GERM., 18
Hŏc iuncti bŏves, hŏc parātus ĕquus, hŏc dăta arma denúntiant.
Onderwerp van de zin?
Wat is de beste betekenis van denuntiant in deze context?
Slide 31 - Slide
Hŏc iuncti bŏves, hŏc parātus ĕquus, hŏc dăta arma denúntiant. Wat is het onderwerp?
Slide 32 - Open question
Hoe vertaal je denuntiant hier het best?
A
melden
B
voorspellen
C
duidelijk maken
D
verkondigen
Slide 33 - Quiz
Tac., GERM., 18
Hŏc iuncti bŏves, hŏc parātus ĕquus, hŏc dăta arma denúntiant.
VERTALING: Dat maken de verbonden ossen, dat het getoomde paard, dat de gegeven wapens duidelijk.
Slide 34 - Slide
Tac., GERM., 18
accĭpere se quae līberis inviolāta ac digna reddat, quae nūrūs accĭpiant rursúsque ad nepōtes referántur.
Infinitiefzinnen nog steeds afhankelijk van admonetur (r. 15)
Wat wordt bedoeld met quae?
Slide 35 - Slide
Tac., GERM., 18
accĭpere se quae līberis inviolāta ac digna reddat, quae nūrūs accĭpiant rursúsque ad nepōtes referántur.
VERTALING: (Ze wordt erop gewezen) dat ze zaken ontvangt die ze aan haar kinderen ongeschonden en eervol moet doorgeven, die haar schoondochters moeten ontvangen en die dan weer aan de kleinzonen moeten worden doorgegeven.
Slide 36 - Slide
Tac., GERM., 18
Sīc vivéndum (esse), sīc pariéndum (esse):
Infinitiefzinnen nog steeds afhankelijk van admonetur (r. 15)
Slide 37 - Slide
Tac., GERM., 18
Sīc vivéndum (esse), sīc pariéndum (esse):
VERTALING: (Ze wordt erop gewezen) dat er zo geleefd, zo gebaard moet worden: