§3.3 Godsdiensten in onze samenleving deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga op je plek zitten,

doe je telefoon in de telefoontas,

pak je ipad/boek alvast voor!

Log in op lessonup en volg de les

Hoofdstuk 3: 

Leven met het geloof

§3.3 

Godsdiensten in onze samenleving deel 1

Lesplanning 

Aanwezigheid en boekencontrole

Mededelingen: 

Uitleg van §3.3 'Godsdiensten in onze samenleving' deel 1

Maak van §3.3 'Godsdiensten in onze samenleving' vraag 1 t/m 5 + 15

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoelvragen van deze les

1. Welke geloofsovertuiging is het grootst in Nederland?
2. Wat betekend het begrip levensbeschouwing?
3. Door wie werden vroeger de wetten gemaakt? Hoe is dat tegenwoordig geregeld?
4. Leg uit aan de hand van een voorbeeld hoe de omstandigheden zijn wanneer je geen vrijheid van godsdienst hebt.

Introductie

In Nederland wonen 

mensen met verschillende 

Geloofsovertuigingen/religies.

• Christendom         37%
• Islamitisch              5%
• Jodendom
• Hindoeïsme             5%
• Boeddhisme 
• niet-gelovig           53%

5% van de Nederlanders is moslim.

1. Juist
2. Onjuist

De meeste Nederlanders zijn niet gelovig.

1. Juist
2. Onjuist

Levens-beschouwing

 Levensbeschouwing = hoe je over het leven denkt.

Levensbeschouwing heeft meestal te maken met een geloof.

Ander woord voor geloof is religie.

Geloof op school

Scholen met een levensbeschouwing	Scholen zonder levensbeschouwing
-Christelijk -Islamitisch -Hindoeïstisch	-Openbare scholen

Christelijk scholen hebben...een levensbeschouwing.

1. Wel
2. Niet

Openbare scholen hebben...een levensbeschouwing.

1. Wel
2. Niet

Kerk en Staat

Vroeger:

• Wetten vanuit het geloof golden voor iedereen.
• Bijv. vreemdgaan, godslastering

Nu:

Scheiding van Kerk en Staat = overheid en godsdienst/geloof staan los van elkaar

Vrijheid van godsdienst

In Nederland mag je zelf weten wat je gelooft        vrijheid van godsdienst. 

Er zijn ook landen waar deze vrijheid niet bestaat. Daar moet iedereen hetzelfde geloven.

Bijv: de Oeigoeren in China. Zij zijn islamitisch maar in China mag je van de wet niet gelovig zijn.

Vrijheid van godsdienst is...

Aan het werk

Wat: lees en maak van §3.3 'Godsdiensten in onze samenleving' vraag 1 t/m 5 + 15

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   tekst, lees goed!

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: maak herhaling en verdieping

Tijd: timer

Lesdoelencheck

1. Welke geloofsovertuiging is het grootst in Nederland?
2. Wat betekend het begrip levensbeschouwing?
3. Door wie werden vroeger de wetten gemaakt? Hoe is dat tegenwoordig geregeld?
4. Leg uit aan de hand van een voorbeeld hoe de omstandigheden zijn wanneer je geen vrijheid van godsdienst hebt.

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃