This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
H21: Taallab
Mevrouw Lallemand
Slide 1 - Slide
Wat is de stam van carpoolen?
Slide 2 - Open question
Algemene regel: stam = hetzelfde als in het Engels
Slide 3 - Slide
Wat is de stam van baseballen?
Slide 4 - Open question
Uitleg:
Bij werkwoorden met een dubbele medeklinker wordt de stam meestal gevormd met een enkele medeklinker, maar bij werkwoorden met Engelse uitspraak behoud je de dubbele medeklinker.
Slide 5 - Slide
Wat is de Nederlandstalige infinitief van het Engelse werkwoord 'to google'?
Slide 6 - Open question
Uitleg:
Stam eindigt op -le in het Engels? --> stam eindigt op -el in Nederlands
Uitzondering: werkwoorden met Engelse uitspraak, bijvoorbeeld?
Slide 7 - Slide
Vul de zin aan: De leerling ____ (stressen, t.t.) over zijn examens.
Slide 8 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van speechen?
Slide 9 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van labelen?
Slide 10 - Open question
Wanneer gebruik je een -d of een -t voor de verleden tijd?