What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Unit 4 les 2, KL:wh- words / TL: Imperative&gerund
Welcome!!
Welcome!!
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welcome!!
Welcome!!
Slide 1 - Slide
Planning
- KL Uitleg > TL zelfstandig aan de slag
- TL uitleg > KL zelfstandig aan de slag
Slide 2 - Slide
KL Uitleg
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kan ik de wh- words gebruiken
Aan het einde van deze les kan ik het verschil tussen what en which uitleggen.
Wh- Words?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een plaats?
A
when
B
what
C
who
D
where
Slide 5 - Quiz
Welk vraagwoord gebruik je als je vraagt naar een persoon?
A
how
B
who
C
why
D
when
Slide 6 - Quiz
Welk vraagwoord gebruik je als je te maken hebt met een keuze?
A
what
B
which
C
when
D
how
Slide 7 - Quiz
what/which
Als er geen keuze wordt gegeven: What
Als je tussen twee dingen moet kiezen: Which
Slide 8 - Slide
_____ do you prefer, red or white?
Slide 9 - Open question
Kies uit what of which.
... of these ladies is your mother?
A
What
B
Which
Slide 10 - Quiz
Kies uit what of which.
... is your favourite movie?
A
What
B
Which
Slide 11 - Quiz
Is het what or which?
....... is your favourite animal?
A
What
B
Which
Slide 12 - Quiz
Ik snap de wh- words
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 13 - Poll
Leswissel!
KL zelfstandig aan de slag met:
Opdr: 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21
Unit 4
TL: Doet mee met de les
Slide 14 - Slide
Imperative
Je gebruikt de imperative ('gebiedende wijs') wanneer je zegt dat iemand iets moet doen. Je gebruikt dan het hele werkwoord.
Go
left
Clean
your room
Sit
still
Slide 15 - Slide
Imperative
Wanneer je wil zeggen dat iemand iets NIET moet doen gebruik je
don't
. Je zet dit woord dan voor het hele werkwoord.
Don't go
left
Don't clean
your room
Don't sit
still
Slide 16 - Slide
Imperative
- Noem een voorbeeld van een NEDERLANDSE zin met de imperative
- Noem een voorbeeld van een Engelse zin met de imperative
Slide 17 - Slide
Imperative:
Niet op het gras lopen!
A
Don't walk on the grass!
B
No walking on the grass!
Slide 18 - Quiz
Imperative:
Steek niet over!
A
Don't cross the road.
B
You cross not the road.
Slide 19 - Quiz
............ your soup with a fork!
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Unit 4
KL :Opdr: 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21
TL: Opdr 16, 17,
18, 19,
20, 21
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Samenvatting Unit 4
January 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Imperative
7 days ago
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Unit 4 les 2, KL:wh- words / TL: Imperative&gerund
January 2024
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
1M week 14 les één
March 2021
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Herhalingsles Unit 5 BKT
March 2023
- Lesson with
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 1
Imperative
March 2023
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
CH1: H,I + Presentations
October 2022
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Vraagwoorden
10 days ago
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1