2tl hfd 4 voltooid deelwoord (klass 2)

Taalverzorging Spelling - Voltooid deelwoord
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging Spelling - Voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert  voltooid deelwoord goed te schrijven.

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van een werkwoord. 
Er moet ook altijd (een vorm van) zijn, worden of hebben in de zin staan.



Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zinnen?

Slide 3 - Slide

Voltooid deelwoord
Wat is een voltooid deelwoord?

In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van de werkwoorden:
  1. hebben
  2. zijn 
  3. worden

Slide 4 - Slide

Klopt deze spelling?

Slide 5 - Slide

’T X KOFSCHIP
Je bepaalt aan de hand van ’T X KOFSCHIP of je zwakke werkwoorden met een – d of –t op het eind moet schrijven bij het voltooid deelwoord. 

Slide 6 - Slide

’T X KOFSCHIP
Als de laatste letter van de stam WEL in ’t x kofschip staat, schrijf je het voltooid deelwoord op het eind met een -t
Als de laatste letter van de stam NIET in ’t x kofschip staat, schrijf je het voltooid deelwoord op het eind met een -d.

Slide 7 - Slide

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn woorden die van klank veranderen. Bijvoorbeeld: loop – liep - gelopen.
Bijvoorbeeld: breng - bracht - gebracht. 
Bijvoorbeeld: neem - nam - genomen. 
Voor deze werkwoorden zijn geen regels. Je moet ze leren. 

Slide 8 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
bedoelt
B
bedoeld
C
zeg
D
sprak

Slide 9 - Quiz

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 10 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

gebeuren
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 11 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

knutselen
A
geknutselt
B
geknutseld

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van

chillen
A
gechild
B
gechilt

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

vrezen
A
Gevreest
B
Gevreesd
C
Gevrozen
D
Vrezend

Slide 14 - Quiz

voltooid deelwoord van:

daten
A
dated
B
gedatetet
C
gedatet
D
gedated

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 16 - Quiz

Is dit het juiste voltooid deelwoord?

gereden
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

draven
A
gedraven
B
gedraft
C
gedraafd
D
gedraaft

Slide 18 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

interviewen
A
geinterviewd
B
geïnterviewd
C
geinterviewt
D
geïnterviewt

Slide 19 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

stofzuigen
A
Stofgezogen
B
Gestofzogen
C
Stofgezuigd
D
Gestofzuigd

Slide 20 - Quiz

Een voltooid deelwoord begint altijd met ge.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

EINDE

Verder gaan met werk dat op het bord staat.

Slide 22 - Slide