Emiel komt op de fiets naar school.
Als hij begint te fietsen, wordt zijn snelheid steeds groter.
Hij moet even op gang komen.
Daarna moet hij bijvoorbeeld remmen voor een stoplicht.
Zijn snelheid wordt dan kleiner.
Als hij wacht voor het stoplicht is zijn snelheid zelfs 0 kilometer per uur.
Bij het fietsen veranderd je snelheid dus vaak.
Daarom is het moeilijk om te zeggen wat precies de snelheid van Emiel is geweest.
Daarom gebruiken we meestal de gemiddelde snelheid