Aanwijzend voornaamwoord & Bijvoeglijk voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Aanwijzend voornaamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden

Slide 1 - Slide

Het-woorden:

Dit huis (dichtbij)
Dat huis (ver weg)

De-woorden:
Deze kast (dichtbij)
Die kast (ver weg)

Slide 2 - Slide

... huis (ver weg) staat te koop.
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 3 - Quiz

... huis (dichtbij) is verkocht.
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 4 - Quiz

... gordijnen (ver weg) zijn rood met wit.
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 5 - Quiz

... bureau (dichtbij) heeft handige laatjes.
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 6 - Quiz

... schilderij (dichtbij) heeft een mooie lijst.
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 7 - Quiz

... lampen (dichtbij) geven erg fel licht.
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 8 - Quiz

De .... man loopt op straat.
A
oud
B
oude

Slide 9 - Quiz

Het meisje draagt een .... tas.
A
zwaar
B
zware

Slide 10 - Quiz

Nederland is een ... land.
A
klein
B
kleine

Slide 11 - Quiz

Vind jij dit een .... film?
A
mooie
B
mooi

Slide 12 - Quiz

Maart kan een ... maand zijn.
A
koude
B
koud

Slide 13 - Quiz

... hond (ver weg) loopt op de stoep.

Slide 14 - Open question

... leraar (dichtbij) geeft vandaag les.

Slide 15 - Open question

... meisje (ver weg) heeft een rode fiets.

Slide 16 - Open question

... jongen (dichtbij) is 10 jaar oud.

Slide 17 - Open question

... gebouw (dichtbij) is al 100 jaar oud.

Slide 18 - Open question

Het is koud buiten; ik doe mijn .... trui aan. (warm)

Slide 19 - Open question

Die man is 2 meter lang. Het is een .... man.

Slide 20 - Open question

De kat is 20 jaar. Het is een ... kat.

Slide 21 - Open question

De auto is rood. Het is een
... auto.

Slide 22 - Open question

We hebben veel gelachen. Het was een .... middag (gezellig).

Slide 23 - Open question

Dit gebouw is al 200 jaar; het is een ... gebouw.

Slide 24 - Open question

Wat vind jij van dat idee? Ik vind het een ... idee (goed)

Slide 25 - Open question