What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Test
Wat is budgetteren?
A
een begroting maken
B
een (financieel) plan maken
C
geld sparen
D
geld uitgeven
1 / 33
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
vmbo b
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is budgetteren?
A
een begroting maken
B
een (financieel) plan maken
C
geld sparen
D
geld uitgeven
Slide 1 - Quiz
Accijns maakt de prijzen van alcohol en tabak
A
Een beetje duurder
B
Duurder
C
Veel duurder
D
Goedkoper
Slide 2 - Quiz
Afzet is:
A
Omzet - brutowinst
B
Het geld dat je krijgt
C
Het aantal verkochte producten
D
Nettowinst - omzet
Slide 3 - Quiz
Hoe bereken je de brutowinst?
A
Omzet - Kosten
B
Omzet - de inkoop
C
Omzet - afzet
D
Omzet - de verkoop
Slide 4 - Quiz
Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde
Slide 5 - Quiz
Wat zijn voordelen van import voor de consument?
A
Meer concurrentie, dus goedkopere producten.
B
Minder concurrentie, dus goedkopere producten.
Slide 6 - Quiz
Wat is een monocultuur
A
Dat er maar 1 geloof is
B
Dat er maar 1 of weinig producten zijn
C
Dat er maar 1 bedrijf is
D
Dat er veel bedrijven zijn
Slide 7 - Quiz
Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW
Slide 8 - Quiz
Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs
Slide 9 - Quiz
Hoe bereken je de nettowinst?
A
brutowinst - bedrijfskosten
B
omzet - bedrijfskosten
C
bedrijfskosten - brutowinst
D
brutowinst - inkoopwaarde
Slide 10 - Quiz
Wat is geen kenmerk van de beroepsbevolking?
A
Ouder dan 14 jaar
B
Zwartwerken
C
Ingeschreven bij het UWV
D
12 of meer uren willen werken
Slide 11 - Quiz
Welke term hoort bij:
de macht/kracht van de consument op wat de producent verkoopt.
A
Consumentenmacht
B
Koperskeuze
C
Consumer Power
D
Danoontje Power
Slide 12 - Quiz
Noem de productiefactoren
A
Arbeid, Natuur en Kapitaal
B
Arbeid, Natuur, Kapitaal en Ondernemerschap
C
Arbeid, Natuur en Kapitaalgoederen
D
Arbeid, Natuur, Kapitaalgoederen en Ondernemerschap
Slide 13 - Quiz
Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.
Slide 14 - Quiz
De omzet van de kledingwinkel van Tevin is 35000, de inkoopwaarde is 15000 en de kosten zijn 7500. De brutowinst is:
A
€20.0000
B
€12.500
C
€2.500
D
€75.000
Slide 15 - Quiz
Het bedrijf TOP zoekt een Administratief medewerker. Hoe noem je de advertentie waar je als sollicitant op kunt reageren?
A
CV
B
Sollicitatiebrief
C
Vacature
D
sollicitatie-advertentie
Slide 16 - Quiz
Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet:
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp
Slide 17 - Quiz
Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland heet
A
gebonden hulp
B
structurele hulp
C
noodhulp
D
noodzaak
Slide 18 - Quiz
nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land
Slide 19 - Quiz
Wat is een voorbeeld van chartaal geld?
A
creditcard
B
bankpas
C
biljetten
D
pinpas
Slide 20 - Quiz
Wanneer heeft een land een open economie?
A
weinig import en veel export
B
weinig import en weinig export
C
veel import en weinig export
D
veel import en veel export
Slide 21 - Quiz
Wat is het verschil tussen noodhulp en structurele hulp?
A
noodhulp is voor nood, structurele hulp is voor structuur
B
noodhulp is op korte termijn, structurele hulp is op lange termijn
C
noodhulp is op lange termijn, structurele hulp is op korte termijn
D
geen idee
Slide 22 - Quiz
Welk goed is voor Nederland een importproduct?
A
aardappelen
B
sinaasappelen
C
asperges
D
tomaten
Slide 23 - Quiz
Wat hoort bij "vrijhandel":
A
importbelasting
B
invoerheffing
C
geen belemmeringen
D
importheffing
Slide 24 - Quiz
Wat is geen ander woord voor exporteren?
A
invoeren
B
verkopen
C
uitvoeren
Slide 25 - Quiz
Als de overheid extra geld geeft aan exporterende bedrijven, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod
Slide 26 - Quiz
Als er een maximaal aantal producten mag worden ingevoerd, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod
Slide 27 - Quiz
Waar staat de EMU voor?
A
Europese Moderne Unie
B
Europese Monetaire Unie
C
Europese Metaal Unie
D
Europa Voor Moeders Unie
Slide 28 - Quiz
Voordelen van meer export:
A
de productie stijgt
B
de productie daalt
Slide 29 - Quiz
Voordelen van meer export:
A
de inkomens stijgen
B
de inkomens dalen
Slide 30 - Quiz
In Frankrijk, Duitsland, Spanje, Griekenland kun je met de euro betalen.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 31 - Quiz
Landen waar je met de euro kunt betalen zijn lid van de Europese Monetaire Unie (EMU).
A
Onjuist
B
Juist
Slide 32 - Quiz
Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
AOW
B
ABW
C
Arbowet
D
AWBZ
Slide 33 - Quiz
More lessons like this
Leerjaar 4 Economie hst 5 Quizzzzz
February 2021
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
KB 4.6 en BB 4.4 De eurozone
January 2024
- Lesson with
36 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Havo 3 - Samenleving H1
May 2023
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 3 - Samenleving H1
March 2023
- Lesson with
38 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 - Samenleving H1
January 2025
- Lesson with
44 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
VWO 3 - Samenleving H1
September 2022
- Lesson with
49 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 - Samenleving H1
January 2025
- Lesson with
44 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Nederland handelsland
April 2024
- Lesson with
43 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3