Jaar 2 H2 paragraaf 7 Afbraak

Afbraak en opbouw
van het landschap

Ga naar lessonup.app 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Afbraak en opbouw
van het landschap

Ga naar lessonup.app 

Slide 1 - Slide


Door welke processen wordt het aardoppervlak afgevlakt?
Deelvraag
4. 

Slide 2 - Slide

Verwering: Het kapot gaan van gesteente
4 vormen:

- Door krimp / uitzetten
- Door water & vorst
- Door wortels
- Door chemische reacties

Slide 3 - Slide

Verwering door temperatuurverschillen
  • Iets dat opwarmt, zet uit. Iets dat afkoelt krimpt (meestal)
  • Steen warmt overdag op, koelt in de nacht af 
  • Uitzetten, krimpen, uitzetten, krimpen --> Scheuren 
  • Denk aan een theeglas! 


Slide 4 - Slide

In welk gebied zal verwering door temperatuurverschillen vooral voorkomen?
A
Tropisch regenwoud
B
Woestijn
C
Gebergtes
D
Noord- en Zuidpool

Slide 5 - Quiz

Verwering door vorst
  • Water komt in kieren,  
  • Het gaat vriezen 
  • Bevroren water (ijs) zet uit 
  • IJs drukt de steen uit elkaar
  • Steen breekt 

Slide 6 - Slide

In welk gebied zal verwering door vorst vooral voorkomen?
A
Tropisch regenwoud
B
Woestijn
C
Gebergtes
D
Noord- en Zuidpool

Slide 7 - Quiz

Verwering door wortels
  • Wortels zetten uit, 
  • in de kieren van de steen (vergelijkbaar met vorstverwering) 
  • en duwen de steen uit elkaar
  • waardoor de steen uit elkaar valt 

Slide 8 - Slide

In welk gebied zal verwering door wortels vooral voorkomen?
A
Tropisch regenwoud
B
Woestijn
C
Gebergtes
D
Noord- en Zuidpool

Slide 9 - Quiz

Chemische verwering
Wat zijn chemische reacties?

  • Iets lost op
  • Denk aan suiker dat oplost in (heet) water, zoals thee
  • Of zout water in de zee
  • Er ontstaat een nieuwe “stof”; de oude steen vergaat! 


Slide 10 - Slide

In welk gebied zal verwering door chemische reacties vooral voorkomen?
A
Tropisch regenwoud
B
Woestijn
C
Gebergtes
D
Noord- en Zuidpool

Slide 11 - Quiz

Jong gebergte
Oud gebergte
Scherpe punten.
Afgevlakt door verwering en erosie

Slide 12 - Slide

Erosie
  • Erosie door wind
  • Wind neemt deeltjes mee en die schuren gesteenten uit.
  • Dit noem je eolische erosie

Slide 13 - Slide

Erosie
Erosie door water
Zeewater of rivierwater
Fluviatiele erosie

Slide 14 - Slide

Erosie





- Erosie door gletsjers of ijs
- Glaciale erosie

Slide 15 - Slide

V-dal
U-dal
Door water & ijs

Slide 16 - Slide

Wat zie je?
A
Winderosie
B
Watererosie
C
IJs-erosie
D
Verwering

Slide 17 - Quiz

Plantenwortels zorgen voor
A
Verwering
B
Verwering door dikker te worden
C
Verwering en erosie
D
Erosie

Slide 18 - Quiz

Wat zie je?
A
Winderosie
B
Watererosie
C
IJs-erosie
D
Verwering

Slide 19 - Quiz

Een gletsjer zorgt voor
A
Verwering
B
Erosie
C
Beide
D
Sneeuw

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
Sedimentatie-erosie-verwering
B
Erosie-verwering-sedimentatie
C
Verwering-erosie-sedimentatie
D
Erosie-sedimentatie-verwering

Slide 21 - Quiz

Sedimentatie:
Her neerleggen van het meegenomen gesteende doordat de kracht van de vervoerder afneemt.

Bij wind: eolisch sediment
Bij water: fluviatiel sediment
Bij ijs: glaciaal sediment

Slide 22 - Slide

Rivieren, afbraak & opbouw
3 zones van een rivier:
Bovenloop --> voornamelijk erosie

Middenloop --> voornamelijk transport

Benedenloop --> voornamelijk sedimentatie 

Slide 23 - Slide

Bekijk de doorsnede van de rivier. Welke omschrijving hoort waar?
Veel erosie
Beetje erosie
Sedimentatie grote stukken
Sedimentatie kleine stukken

Slide 24 - Drag question

Erosie
Verwering

Slide 25 - Drag question

Het neerleggen van verweringsmateriaal heet ook wel
A
Erosie
B
Verwering
C
Sedimentatie
D
Gletsjer

Slide 26 - Quiz

bovenloop
De bovenloop is dat de rivier heel hardt naar benedenstroomt en dat het water nu op het hoogste punt is
middenloop
Middenloop is dat de rivier op het middelpunt is en dat het nog naar een lager punt gaat stromen
benedenloop
Benedenloop is dat de rivier ongeveer opzien laatste punt is en dat het overgaat op een zee of op een andere rivier

Slide 27 - Slide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie

Slide 28 - Drag question

               Bovenloop       Middenloop      Benedenloop
  • Snelheid?

  • Breedte?

  • Erosie?

  • Reliëf omgeving?
Neem over en vul in

++, + of -

Slide 29 - Slide