beschouwing les 3 (kern)

Kern van de beschouwing
Opbouw van een alinea

1 / 7
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 7 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kern van de beschouwing
Opbouw van een alinea

Slide 1 - Slide

Wat is ook alweer de AUB-methode?
A
Als 't U Belieft
B
Argument - Uitleg - Bijvoorbeeld
C
Argument - Urgentie - Bijschrift
D
Antwoord - Uitleg - Bijzaak

Slide 2 - Quiz

Argument - Uitleg - Bijvoorbeeld
Wat kan er nog na of in plaats van een voorbeeld komen in de alinea?
A
een uitsmijter
B
het volgende argument
C
een citaat van een deskundige
D
resultaten van een onderzoek of peiling

Slide 3 - Quiz

Na Argument - Uitleg volgt ...
Een voorbeeld ter illustratie, zoals de hogeschool die financiële problemen ziet toenemen.
Een citaat van een (ervarings)deskundige, zoals een gokker die alles in de hand heeft of een verslavingsdeskundige van Jellinek.
Onderzoeksresultaten van de GGZ, percentages gokverslaafden van het CBS, getallen van de schuldhulpverlening.

Slide 4 - Slide

Voorbeeld opbouw alinea
Argument: Tegenstanders vinden dat online gokken aanzet tot schulden bij jongeren. 
Uitleg: De drempel is heel laag geworden om online een gokje te wagen. Het wordt als een gezellig spelletje gebracht en je bent verslaafd voordat je het weet.
Bijvoorbeeld: Fontys Hogeschool meldt dat steeds vaker studenten aankloppen met financiële problemen.

Slide 5 - Slide

En nog een:
Argument: De voorstanders van online gokken vinden dat jongeren best wel zelf een inschatting kunnen maken.
Uitleg: Ze zijn verantwoordelijk, kunnen zichzelf een limiet opleggen en met anderen praten over wat ze online doen. 
Citaat: SPECO-student Jasper zegt: "Ik ga bewust om met wedden op sportwedstrijden. Ik zet alleen in als ik zo goed als zeker ben van de winnaar."

Slide 6 - Slide

Oefenen
Schrijf nu het middenstuk bij je beschouwing over 'laatste-kans-toerisme'. Schrijf twee alinea's met een punt voor en twee alinea's met een punt tegen. Gebruik de AUB-methode.

Slide 7 - Slide