Mavo 3 mask: herhaling

1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Communicatie is:
A
Altijd alleen met woorden
B
Heeft een zender en een ontvanger
C
Is een ander woord voor medium
D
Is social media

Slide 3 - Quiz

De mentor belt Tasnime met de mededeling dat ze morgen eerste uur vrij is. Wat is het medium?
A
Telefoon
B
Tasnime
C
De mentor
D
Vodafone

Slide 4 - Quiz

Wat zijn twee voorbeelden van persoonlijke communicatie
A
Verkeersbord en flyer
B
Website en telefoongesprek
C
Ansichtkaart en een appje
D
Dagboek en een tijdschrift

Slide 5 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van een schoolboek? We gebruiken het voor:
A
Ontspanning
B
Laten zien wie je bent en wilt zijn
C
Contact
D
Kennis en informatie

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een populaire krant?
A
Volkskrant
B
Trouw
C
NRC
D
AD

Slide 7 - Quiz

Welk nieuws lees je vaak in een kwaliteitskrant?
A
Politiek nieuws
B
Criminaliteit nieuws
C
Sportnieuws
D
Show nieuws

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een commerciële omroep
A
RTL 4
B
NOS
C
NPO 1
D
BNN VARA

Slide 9 - Quiz

Een publieke omroep wordt betaald met geld van de overheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Commerciële omroepen moeten zich houden aan de mediawet: dat er voor alle doelgroepen voldoende media is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Het onderwerp van een tijdschrift of krant is afhankelijk van de doelgroep waar ze voor schrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een persbureau
A
Telegraaf
B
RTL
C
NPO 1
D
ANP

Slide 13 - Quiz

Opvallend: het tv-journaal begint met het weerbericht 'Vandaag is het -27 graden in Nederland' Waarom is dit nieuws?
A
Het is actueel
B
Het is dichtbij
C
Het is belangrijk voor de samenleving
D
Het is bijzonder

Slide 14 - Quiz

Het tv-journaal begint met het bericht 'Mark Rutte stopt als premier van Nederland' Waarom is dit nieuws?
A
Het is belangrijk voor de samenleving
B
Het gebeurt ver weg van ons

Slide 15 - Quiz

Wat is een ander woord voor hersenspoelen?
A
Censuur
B
Persvrijheid
C
Indoctrinatie
D
Beeldvorming

Slide 16 - Quiz

De overheid mag zich niet bemoeien met wat de journalisten schrijven. Dit noemen we:
A
Censuur
B
Persvrijheid
C
Indoctrinatie
D
Beeldvorming

Slide 17 - Quiz

Deze lelijke crimineel heeft een veel te lichte straf gekregen. Is dit objectief of subjectief?
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 18 - Quiz

Censuur gebeurt vaak in landen waar een democratie en persvrijheid is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is geen maatschappelijke functie van media?
A
Socialiserende functie
B
Controle functie
C
Ontspannende functie
D
Informatieve functie

Slide 20 - Quiz

Piet stemt PVV. Als hij Farid Azarkan op tv ziet zappt hij snel weg. Dit gedrag past bij het begrip:
A
Socialisatie
B
Selectieve waarneming
C
Censuur
D
Beeldvorming

Slide 21 - Quiz

Om welke basisbehoefte werken we als we beter willen worden in werk?
A
Veiligheid en zekerheid
B
Eerste levensbehoefte
C
Status en waardering
D
Jezelf ontwikkelen

Slide 22 - Quiz

Om welke reden werken we als we bijvoorbeeld willen sparen?
A
Eerste levensbehoefte
B
Veiligheid en zekerheid
C
Jezelf ontwikkelen
D
Erbij te horen

Slide 23 - Quiz

Bob betaalt geen belasting over het werk wat hij doet, en krijgt zijn geld cash. Dit is
A
Wit werken
B
Zwart werken

Slide 24 - Quiz

Dat je straks 36 uur gaat werken is een afspraak in...
A
Een arbeidscontract
B
In een arbowet
C
In een CAO
D
In een vakbond

Slide 25 - Quiz

Dat je een goede bureaustoel moet hebben is een afspraak in...
A
Een arbeidscontract
B
Een arbowet
C
Een CAO
D
Een vakbond

Slide 26 - Quiz

Dat alle medewerkers van de supermarkten een loonsverhoging krijgen is voorbeeld van een afspraak in een...
A
Arbeidscontract
B
Arbowet
C
CAO
D
Vakbond

Slide 27 - Quiz

Wie komt er op voor jouw rechten als werknemer?
A
Jouw baas
B
Jouw collega
C
De politiek
D
Een vakbond

Slide 28 - Quiz

Een vacature is een
A
Open sollicitatie
B
Een baan waarop je kunt solliciteren
C
Het minimumloon
D
CV

Slide 29 - Quiz

Nettoloon is meer dan jouw brutoloon
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Welke groep heeft niet vaak te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt?
A
Mannen
B
Oude mensen
C
Mensen met een andere afkomst
D
Gehandicapten

Slide 31 - Quiz

Als je weigert te werken of steelt van je werk kan je op staande voet worden ontslagen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Wat heeft geen invloed op jouw maatschappelijke positie
A
Geld
B
Talent
C
Kennis
D
Bijbaantje

Slide 33 - Quiz

Iedereen heeft evenveel kansen om te klimmen op de maatschappelijke ladder
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz