H 6.4 Woordformules (KGT)

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken
               Snappet

     Regelmaat in grafieken
       
         Opgaven 1 t/m 7



Slide 2 - Slide

Terugblik
Ik kan een tabel invullen.
Ik kan van de gegevens in de tabel een grafiek tekenen.
Ik kan de gegevens in de grafiek met elkaar vergelijken.

Ik weet dat de grafiek bij een regelmatige toename een stijgende lijn is en bij een regelmatige afname een dalende lijn.



Slide 3 - Slide

Doelen van deze les

Ik weet wat een woordformule is en kan hiermee rekenen.

Ik weet wat een begingetal en stijggetal is en kan dit aangeven in de woordformule.

Ik kan gegevens uit de grafiek halen.


















Slide 4 - Slide

Woordformules (blz. 22 KGT)
Verdiensten Lonneke:
verdiensten in € = 4 + 6 x aantal uren
verdiensten in € = 4 + 6a  (hoofdstuk 9)

Verdiensten Lonneke na 3 uren werken:
                  4 + 6 x 3 = €22


Slide 5 - Slide

Begingetal en stijggetal (blz. 25 KGT)
Verdiensten Lonneke:
Verdiensten in € = 4 + 6 x aantal uren
Verdiensten in € = 4 + 6a

--> begingetal
6 --> stijggetal


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Pak je schrift en

maak de volgende vragen.

Slide 8 - Slide




Lonneke werkt in een bakkerij.

De woordformule om haar verdiensten te berekenen is:


Verdiensten in € = 4 + 6 x aantal uren


Vul de tabel bij de inkomsten van Lonneke in.

Slide 9 - Slide




Lonneke werkt in een bakkerij.

De woordformule om haar verdiensten te berekenen is:


Verdiensten in € = 4 + 6 x aantal uren


Vul de tabel bij de inkomsten van Lonneke in.

Slide 10 - Slide





Verdiensten in € = 4 + 6 x aantal uren




Is (4, 19) een punt dat bij de tabel hoort?

Slide 11 - Slide




1.  Teken een assenstelsel

    ( - denk aan de stap grote op de assen)

    ( - zet de namen bij de assen)

2.  Teken de punten uit de tabel in het assenstelsel.

3.  Teken een rechte lijn door de punten.

Slide 12 - Slide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Leg je schrift aan de kant

en luister naar de uitleg.

Slide 13 - Slide

Doelen van deze les

Ik weet wat een woordformule is en kan hiermee rekenen.

Ik weet wat een begingetal en stijggetal is en kan dit aangeven in de woordformule.

Ik kan gegevens uit de grafiek halen.


















Slide 14 - Slide

Opgaven maken
Snappet
Woordformules
opgaven 1 t/m 8

Slide 15 - Slide

Huiswerk


Snappet

Woordformules


Opgaven 1 t/m 8




 






Slide 16 - Slide