This lesson contains 16 slides, with text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Prijselasticiteit van de vraag
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Prijslasticiteit van de vraag
De prijselasticiteit (van de vraag) geeft aan in hoeverre de gevraagde hoeveelheid reageert op een verandering van de prijs.
Prijselasticiteit van de vraag (Ev) =
Slide 3 - Slide
Er zijn 4 mogelijkheden:
1) De gevraagde hoeveelheid reageert niet op een prijsverandering.
Dit is een volkomen prijsinelastische vraag.
Voorbeeld: Belangrijke medicijnen
Slide 4 - Slide
2) De gevraagde hoeveelheid reageert niet sterk op een prijsverandering.
D.w.z. als de prijs met een bepaald percentage verandert, verandert de gevraagde hoeveelheid met een kleiner percentage.
Dit is een prijsinelastische vraag.
Het gaat hier om goederen die voorzien in de primaire levensbehoefte.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Inelastisch
De waarde van Ev bij een prijsinelastische vraag:
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is kleiner dan de procentuele verandering van de prijs.
Bijv.: prijs 10%↑ en vraag 5%↓; Ev = -5% / 10% = -0,5
Ev ligt dus tussen -1 en 0
Slide 7 - Slide
Omzet bij inelastisch
Omzet = P x Q
Als de prijs stijgt, daalt de qv % minder: omzet stijgt P + 10%, qv -1% --> Best prima voor omzet
Als de prijs daalt, stijgt de qv% minder: omzet daalt
Slide 8 - Slide
3) De gevraagde hoeveelheid reageert sterk op een prijsverandering.
D.w.z. als de prijs met een bepaald percentage verandert, verandert de gevraagde hoeveelheid met een groter percentage.
Dit is een prijselastische vraag.
Het gaat hier om luxe goederen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Elastisch
De waarde van Ev bij een prijselastische vraag:
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is groter dan procentuele verandering van de prijs.
Bijv.: prijs 10%↑ en vraag 20%↓; Ev = -20% / 10% = -2
Ev is dus altijd kleiner dan -1
Slide 11 - Slide
Omzet bij Elastisch
Omzet = P x Q
Als de prijs stijgt, daalt de qv % meer: omzet daalt P + 10%, qv -20% --> Best slecht voor omzet
Als de prijs daalt, stijgt de qv% minder: omzet stijgt
P - 10% --> Qv + 20% --> Omzet stijgt
Slide 12 - Slide
4) Als de prijs stijgt, wordt er meer van dit goed gekocht.
Dit heet een Giffen-goed.
Giffen ontdekte dat wanneer prijs van brood steeg, men (armere mensen) minder budget over hadden om vlees te kopen, waardoor men maar wat meer brood ging kopen.