Wi start A1/A2 TC 6.10 6.11

Welkom iedereen!

Ik ben
Otilia

woensdag 
23 maart
2022
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom iedereen!

Ik ben
Otilia

woensdag 
23 maart
2022

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • We gaan herhalen wat jullie in de afgelopen lessen hebben geleerd
  • We gaan verder met het boek waar jullie vorige week gebleven zijn. 
  • Spreekoefeningen  en een luisteroefening.

Slide 2 - Slide

6.9 Herh.: zinnen maken
H1.7: Van twee hoofdzinnen één zin maken:
bijv:       Ik                         ben  ziek, dus  ik  blijf  thuis.
                Mijn moeder  is      93      en    ik  ben  49 jaar oud.

Je gebruikt: en, want, maar, dus en of als voegwoord.

Slide 3 - Slide

Soms staat een tijd of plaats vooraan in de zin.
Wie/wat staat dan na het werkwoord.
Het 1e werkwoord staat altijd op de 2e plaats in de zin:

Gisteren            hebben    wij                                                      gewandeld.
In de keuken   staan        de kopjes.
Eerst                   ga               ik                    onder de douche.

Slide 4 - Slide

Je kunt een hoofdzin ook beginnen met een ander woord:
Het andere woord staat op de 1e plaats.
Het werkwoord staat op de 2e plaats.
Wie/wat staat na het  1e werkwoord.

Daarom              moet    ik                 al om 4:00    opstaan.
Waarschijnlijk  moet    ik                 tot 13:00        werken.
Helaas                 is           die auto   heel duur.

Slide 5 - Slide

Maak een goede zin met de woorden.

Slide 6 - Slide

De blauwe woorden van 6.10

  • het hotel         
  • de hotels        

Slide 7 - Slide

winkel, bedrijf, café etc.

  • de zaak           
  • de zaken         

Slide 8 - Slide


  • de kok        
  • de koks      

Slide 9 - Slide

... met brood

  • creatief           

Slide 10 - Slide

 Alle producten die wij gebruiken zijn ...


  • vers                           
  • verse producten 

Slide 11 - Slide

Een eigen zaak geeft soms ook ...


  • stress             

Slide 12 - Slide

Wat zijn jouw ... ?


  • werktijden  

Slide 13 - Slide

Werk jij part-time of ...


  • fulltime          

Slide 14 - Slide

Als ik het goed heb zijn jullie t/m opdr 93 gekomen?
Dan gaan we nu verder met opdr.
  • 94
  • 95
  • 96     Praat samen
  • 97     Praat samen  

Slide 15 - Slide

6.11 Woorden met -tie
              Je ziet -tie -> Je zegt -tsie
* politie       *situatie             *informatie
*vakantie   * advertentie    * sollicitatie
* operatie  *locatie               * relatie


Slide 16 - Slide

Staat er een c of een p voor -tie?
Dan zeg je -sie

*functie     * reactie    *receptie

Slide 17 - Slide

A2 Oefenexamen spreken

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video