Afnemende macht van koningen
De nieuwe koningen hadden niet zo veel macht als de Karolingen.De koningen na de Karolingen werden door andere edelen gekozen, daardoor zagen de edelen de koningen als hun gelijken.
Hertogen en graven konden hun eigen gang gaan, ze reageerden hertogdommen en graafschappen (zelfstandig).
Roofheren en roofridders werden rond 1000 n. Chr. belangrijk. De macht van de koningen raakte steeds verder verbrokkeld en roof en geweld keerde terug.
Kastelen waren in deze onveilige tijden hard nodig!
Maar de bedreiging kwam niet alleen van binnen de koninkrijken!