Present Perfect

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1-4

planning 

start opdracht

opdr 10 

present perfect / past perfect 

vertaal zinnen 

huiswerk 

Present Perfect

Voltooid tegenwoordige tijd

Wanneer gebruiken?

1. Om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en nog steeds door gaat.

2. Iets in het verleden is gebeurd en het resultaat is nog steeds zichtbaar

3. Om aan te geven dat je iets in het verleden hebt ervaren.

              

Signaalwoorden

- Since 2019

- never

- for 2 weeks now

- yet

- how long

Of er staat geen geen tijdsbepaling in deze zinnen

Vorm ww

• have / has + volt deelwoord

1. has -> she /he / it
2. have -> I, you, we, they

• Volt deelwoord 

1. regelmatig ww = ww + ed
2. onregelmatig ww = 3e rijtje

Voorbeeldzinnen

1) I have lived in Heerenveen since 2004.

2) My sister has been to London 5 times already.

Geef antwoord op de vragen in de volgende slides.

We ............. (live) here since 2002

1. has lived
2. have lived
3. lived
4. were living

He .............(know) your secret for weeks.

1. has known
2. have known
3. has knowed
4. have knowed

I .............. never .......... (see) this picture before.

1. has never seen
2. have never seen
3. never saw
4. was never seeing

My mother ............... (smoke) for twenty years.

1. smoked
2. have smoked
3. was smoking
4. has smoked

Past Perfect

Voltooid verleden tijd

Wanneer gebruiken?

• Om aan te geven dat iets langer geleden is gebeurd dan iets anders in het verleden

              

Signaalwoorden

• before
• after
• as soon as
• when

       etc.

Vorm ww

• had + volt deelwoord
• 
  
• Volt deelwoord 

1. regelmatig ww = ww + ed
2. onregelmatig ww = 3e rijtje

wat hoort niet bij de toekomst/future

1. am/are/is+ww+ing
2. to be going to + ww
3. will/shall + ww
4. ww+ed

the train.................(leave)at 10.

The children .....................(visit) their grandma tomorrow.

I promise I.....................( talk) to her

Voorbeeldzinnen

1. After we had eaten we went out.  ( dus je had eerst gegegeten en toen ging je uit)
2. After Wendy  had finished the last bit of paperwork she took  the bus home  ( ze maakte eerst haar werk af en ging toen naar huis)

After Fred ... (to spend) his holiday in Spain he wanted to learn Spanish.

1. spent
2. spend
3. had spent
4. had spend

They closed the bar after the last guests ... (to depart)

1. depart
2. departed
3. had depart
4. had departed

She watched a dvd after the children ... (to go) to bed.

1. gone
2. go
3. had go
4. had gone

After Nick ... (to make) breakfast he went to school.

1. make
2. made
3. had make
4. had made

homework

answer 11 tm 14

vertaal de woorden p 31 tm 34

leer voor de toets 

antwoorden opdr 10 

de zinnen van p 28,29,30 vind je op de volgende pagina's 

p 28 

Onterecht

Onwaar

voor zijn

kenmerk (gelaats)trek

Want

afleiden

over het algemeen

Echt

gewoonte

omgaan met

krantenkop

daarom/zodoende

illustreren; toelichten

Initiatief, motief

geneigd zijn om

suggereren; laten doorschemeren

verbeteren/verbetering

Aangeven

Verontwaardigd

Tussenvoegen

erop staan / volhouden

van plan zijn

Opvatten/verklaren

Bemoeien

p 29

Onomkeerbaar

kwestie/probleem

afgaande op

rechtvaardigen / goedpraten

Missen

Rechtzaak

Waarschijnlijk

beschouwen/bekijken

voornamelijk/vooral

Produceren

Betekenis

Middel

bedoeld zijn om te

Maatregel

alleen maar

(be)spotten

Verteller

desalniettemin

evenmin/ ook niet

idee/opvatting/begrip

Aantal

zwaarlijvigheid

bezwaar maken tegen

bezwaar tegen

p 30

gebeuren / voorvallen

Beledigen

tegen iets zijn

Oorsprong

Schetsen

Alinea

parafrase=hetzelfde gezegd in andere woorden

geloofwaardig

kern /clou/punt

onder de aandacht brengen; wijzen op

Beleid

Doelgericht

voorafgaande

vooroordeel

mits/op voorwaarde dat…

Doel

hoeveelheid

in twijfel trekken

onderzoeken/zich afvragen

citeren; aanhalen

citaat / aanhaling/uitspraak

Beoordelen

erkennen

Herkennen