What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 2 zinnen ontleden
Zinnen ontleden
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Zinnen ontleden
Slide 1 - Slide
Zinsdelen
PV persoonsvorm
WG werkwoordelijk gezegde
OW onderwerp
LV lijdend voorwerp
MV meewerkend voorwerp
BWB bijwoordelijke bepaling
Slide 2 - Slide
Hoe vind je de pv (persoonsvorm)?
Geef twee manieren
Slide 3 - Open question
Alles wat voor de persoonsvorm staat is één zinsdeel. Is dit waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp?
Slide 5 - Open question
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Slide 6 - Open question
Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
Slide 7 - Open question
Hoe noemen we de bijwoordelijke bepaling ook wel?
A
Plaats
B
Tijd
C
GFT-bak
D
Kliko
Slide 8 - Quiz
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
gaf
B
de postbode
C
het pakketje
D
aan de buren
Slide 9 - Quiz
Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.
Wat is het onderwerp?
A
Laura
B
haar huiswerk
C
toch
D
heeft gemaakt
Slide 10 - Quiz
Hebben | jullie buren | ook | een dure vakantie | geboekt | via die site?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
jullie buren
B
via die site
C
een dure vakantie
D
hebben geboekt
Slide 11 - Quiz
Klopt dit?
In een zin zit altijd een lijdend voorwerp.
A
nee
B
ja
Slide 12 - Quiz
Klopt dit?
Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (zoals op, in, aan, met, voor e.d.).
A
nee
B
ja
Slide 13 - Quiz
De mentor gaf tijdens het mentoruur de leerlingen hun rooster.
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 14 - Open question
De clubleiding wil de vernielzuchtige supporters hun lidmaatschap ontnemen. Wat is het onderwerp?
A
De clubleiding
B
de vernielzuchtige supporters
C
hun lidmaatschap
D
zit er niet in
Slide 15 - Quiz
Volgende week donderdag haalt de taxichauffeur de reizigers op. Wat is de bijwoordelijke bepaling?
A
Volgende week donderdag
B
de taxichauffeur
C
de reizigers
D
om zes uur
Slide 16 - Quiz
Welke opgaven moeten we maken?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Welke opgaven
B
we
C
moeten maken
D
zit er niet in
Slide 17 - Quiz
Onze leraar verzamelt oude auto's.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Onze leraar
B
verzamelt
C
oude auto's
D
zit er niet in
Slide 18 - Quiz
De verliefde jongen gaf een roos aan zijn vriendin.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
De verliefde jongen
B
kocht
C
een roos
D
aan zijn vriendin
Slide 19 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond
Slide 20 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Sturen jullie ook altijd verjaardagskaarten?
A
jullie
B
verjaardagskaarten
C
Sturen
D
altijd
Slide 21 - Quiz
Wat is in de onderstaande zin het gezegde?
Het publiek moest lang op de huldiging wachten.
A
moest
B
wachten
C
moest wachten
D
de huldiging
Slide 22 - Quiz
Wat is het gezegde in de onderstaande zin?
De komende jaren zal de temperatuur stijgen.
A
zal
B
stijgen
C
zal gaan stijgen
D
zal stijgen
Slide 23 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Hebben Anouk en Wendy de opdracht nog niet gemaakt?
A
Anouk en Wendy
B
Hebben
C
de opdracht
D
gemaakt
Slide 24 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Gisteravond hebben veel mensen naar het nieuwe programma gekeken.
A
gisteravond
B
hebben
C
gekeken
D
veel mensen
Slide 25 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Gisteravond hebben mijn zus en ik een appeltaart gemaakt.
A
gisteravond
B
mijn zus en ik
C
gemaakt
D
een appeltaart
Slide 26 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Onder de tafel heeft mijn vader een cadeautje verstopt voor mijn neefje
A
onder de tafel
B
mijn vader
C
een cadeautje
D
voor mijn neefje
Slide 27 - Quiz
Gisteren heeft mijn moeder alle shirts van ons elftal gewassen.
Wat is 'Gisteren'?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
Grammatica
January 2025
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Week 39 Ne 3M H1 Grammatica : zinsdelen
September 2022
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
3 basis - 1.7 1/3 Zinsontleden
October 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsontleding
March 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsontleding
January 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsontleding
February 2020
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
5-2 Zinsontleding
January 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
2KGT - H5 - Taalverzorging Bijwoordelijke bepaling
March 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2